Naar school is leuk, of niet?
Ik herinner me mijn kleuterjuf nog, hoe ze me leerde vlechten. Het duurde even, maar toen, toen vlocht ik alles. Daarna ging ik naar de lagere school en kreeg opnieuw een dijk van een juf en een meester. Ik voelde me de koning te rijk in de eerste klas. Ik bezocht Jenaplan onderwijs, iets dat mij toen natuurlijk niets zei, maar wat wel heel erg is afgestemd op het kind.
Ik huppelde elke dag naar school, niet wetende welk zwaard van damocles boven mijn hoofd hing. Vlak voor de herfstvakantie kreeg ik te horen dat ik ging verhuizen, niet naar een andere stad, nee, naar het platteland. U begrijpt wellicht dat de gedachte mij niet gelukkig maakte.
Toch was het welkom van juf Bakker geweldig. En ook al kon ik niets met mijn schoolkameraadjes, ik had in ieder geval een juf die je wel begreep. Ze trooste me meer dan eens en motiveerde me om toch tot het uiterste te gaan. Eenmaal in het ritme van leren ging alles heel erg snel. Maar daarover gaat mijn blog niet. Nee, mijn hel begon in de tweede klas.
De tweede klas, een juf waarbij een nachtmerrie verbleekte
Ik was al in de eerste klas begonnen met werk van de tweede klas. Dat kwam ook doordat de eerste en tweede klas gecombineerd waren. Het was dus eenvoudig mij alvast opdrachten te geven van de volgende klas. En ik ging er van uit dat dat zo door zou gaan. Maar helaas. Ik heb vele uren uit het raam zitten kijken omdat de juf mij verbood om verder te werken.
Toen kwam die dag in april. Die woensdag waren mijn ouders 22 jaar getrouwd. Als extraatje hadden we een keer witte broodjes gebakken. En daarvan waren er donderdag nog een paar over. Die mocht ik mee naar school nemen als lunch. En voor die ene keer mocht ik ook zoet beleg op mijn broodjes. En als traktatie had een keer geen appelsap, maar echte aarbeienlimonade mee. Gekocht bij de aardbeienkweker waar we die woensdag waren geweest.
Ik was zo blij met mijn traktatie lunch. En vol plezier ging ik die pauze aan mijn lunch beginnen. De hel brak los. In de eerste instantie was ik me niet bewust dat ik het onderwerp was, ik was volop aan het genieten van deze uitzonderlijke traktatie. Tot mijn broodtrommel van mijn tafel gegriste werd en het broodje uit mijn hand getrokken. Wat ik in mijn mond h ad moest ik uitspugen!
Ik begreep er niets van. Voor straf moest ik in de hoek staan en mocht ik niet eens een beker water drinken. Ik mocht ook niet buitenspelen. En dat allemaal om 3 witte bolletjes en wat aardbeienlimonade. Dat was ongezond en werd niet getollereerd. Nu wist ik wel dat erop gelet werd dat we gezond aten, maar omdat ik altijd eigen gebakken volkorenbrood mee had met appelsap waren dat soort dingen enigszins langs mij heen gegaan. Toen ik uiteindelijk naar de wc moest tijdens de middagles heb ik mijn jas en fiets gepakt en ben naar huis gegaan. Ja, echt, ik was weggelopen van school.
Ik fietste als een speer naar huis en was binnen een half uur thuis. Daar trof ik mijn vader en toen stortte ik in. Hij was bezig in onze caravan en hij trok me naar binnen zodat niemand me zou zien huilen. Waarschijnlijk meer om me tegen mijn moeder te beschermen. Na een poosje was ik uitgehuild en vertelde ik het verhaal van mijn weggegooide broodjes en de weggegooide limonade. En natuurlijk van de straf dat ik niet eens een beker water had mogen drinken noch naar buiten had gemogen.
Mijn vader was furieus. We gingen naar binnen en pappa vertelde het verhaal aan mijn moeder. Inmiddels was de school uitgegaan en had de juf mijn afwezigheid nog altijd niet aan mijn ouders gemeld. Dus belde mijn vader naar de school. Hij sprak met de hoofdmeester en vroeg waarom ze niet gebeld waren vanwege het weglopen van hun kind. Daarop had de lieve man geen antwoord natuurlijk. Wel werd afgesproken dat ik die vrijdag niet naar school hoefde en dat er tijdens de lunch een gesprek zou plaatsvinden.
In het gesprek verdedigde mijn juf zich met alle mogelijke middelen. Er waren regels en daaraan had iedereen zich te houden. Mijn vaders verweer was dat op elke regel uitzonderingen zijn en dat deze juf heel goed wist dat ik altijd heel erg gezonde lunches bij mij had. Zelden of nooit met zoet, altijd volkorenbrood met worst of kaas. Dat laatste haatte ik en als ik brood meekreeg met kaas dan trok ik als het even kon thuis de kaas er direct tussenuit en legde die op de onbesmeerde kant zodat ze niet zacht kon worden. Ook had ik vaak sla op brood met tuinkers of andere heerlijke thuisgekweekte kruiden of tomaten.
Het verhaal werd gesust en de juf beloofde beterschap.
Die beterschap kwam niet. In plaats van nog mijn lunch te controleren begon ze me op andere wijzen te pesten. Door me boeken te laten lezen die eigenlijk voor leerlingen uit de vierde klas waren. Nu was ik dol op lezen dus was dat niet zo erg. Maar leuk was anders. Anderen mochten vrij tekenen en ik moest gaan lezen.
De derde klas, het venijn werd erger met de dag
Mijn hoop op een andere leerkracht werd direct na de vakantie de grond in geslagen. Ik had dezelfde juf. Nu ze doorhad dat ik dol was op leren had ze een nieuwe pesterij gevonden. Ene waar ik niet over durfde te praten. We hadden met rekenen blokken. En iedereen die een blok met goed gevolg had afgelegd mocht aan het volgende blok beginnen. Iedereen behalve ik. Ik kreeg dan de opdracht dat ik eerst 2 of 3 blokken uit het blok voor de tweede klas moest herhalen.
Pas toen ze me tijdens de voorbereiding voor de kerst ook wilde uitsluiten van het toneelstuk, durfde ik mijn vader erover te vertellen. Opnieuw volgde een gesprek op school en daar gaf ze schoorvoetend toe dat ze me dwong om veel te makkelijk werk opnieuw te maken. Want, zo redeneerde ze, anders zou ik te ver voor komen liggen op de anderen! Oftewel, ik moest me maar aanpassen aan het tempo van de klas.
De hoofdmeester was het daar niet mee eens en dus mocht ik en meespelen in het toneelstuk en mocht ik werk uit de vierde klas gaan maken als ik klaar was. Het was een tijdelijke oplossing want deze hoofdmeester ging met pensioen.
De vijfde en zesde klas, de nieuwe hoofdmeester
De vierde klas had ik een geweldige meester gehad, maar hij ging verhuizen en verliet onze school. Ik kon wel huilen. Dus toen ik in de vijfde klas kwam, kwam in de klas van de nieuwe hoofdmeester. Samen met zijn irritante zoontje. Ik noem hem bewust irritant omdat hij iedereen die hij niet mocht verklikte. Met waarheden en onwaarheden. In mijn geval waren het allemaal leugens waarvan ik werd beschuldigd, maar daar zat pappa niet mee. Hij beschermde zijn zoontje wel, net als de rest van de kroost die in drie lagere klassen zat.
Ik was op een gegeven moment dankbaar dat ik ziek werd. Dat ik van de stress verlost was. Want naar schoolgaan was voor mij stress geworden. Gelukkig was de juf uit de eerste klas terug gekeerd nadat er kanker bij haar was vastgesteld, maar ik begreep niet dat ze haar haar afgeknipt had (verloren met chemo waarschijnlijk) en dat ze nu een pruik droeg. Pas na lange tijd besefte ik dat het dezeflde juf was. Die ontdekking deed ik doordat ze mij opnieuw in bescherming nam.
De hoofdmeester was er heel goed in om de rotklusjes te verdelen aan hen die hij niet mocht. Het afwassen van de vaat van de onderwijzers vond ik niet erg, dat was voor mij geen straf. Behalve dan misschien wanneer hij begon te schelden dat het allemaal niet snel genoeg ging. Elke middag moesten 4 kinderen alle lokalen vegen. Te beginnen bij de lokalen van de eerste, tweede en derede klas die al een uur eerder leeg waren. Daarna de twee lokalen van de vierde en de vijfde/zesde klas. Dat moest heel snel gebeuren, maar wel goed, anders miste je de schoolbus naar huis.
Helaas voor mijn meester kon hij zich niet echt op mij uitleven behalve dan via via. Ik was immers het grootste deel van de laatste anderhalf jaar ziek thuis. Een van de zaken waarmee hij mij probeerde te kwetsen was wel de schoolarts. Het was belachelijk dat ik naar de schoolarts moest omdat ik vrijwel wekelijks bij de dokter was. Maar hij stond erop. En toen begonnen de pesterijen.
Eerst ging ik en mijn oudere zus ging mee. Mijn ouders waren, en dat wisten ze, op doktersbezoek om de uitslagen van mijn onderzoeken in ontvangst te nemen. Dus nee, dat werd niet geaccepteerd. Dat mijn zus bijna 18 was deed niet ter zake. Er werd een nieuwe bijeenkomst gepland En toen moest ineens het trouwboekje van mijn ouders op tafel komen. Mijn vader werd kwaad en ging mee, zonder trouwboekje uiteraard.
De schoolarts werd kwaad en zei dat ze me niet zou onderzoeken als ze niet eerst het trouwboekje te zien zou krijgen van mijn echte ouders! Want begeleiding door mijn opa werd niet op prijs gesteld. Mijn vader antwoordde dat ze me nooit meer zou zien omdat ik onder behandeling van artsen stond en daarom geen prijs mee stelde op haar duidelijk beinvloedde opinie.
De hoofdmeester heeft toen nog wat trucs uitgehaald om mijn ouders aan te klagen, maar uiteindelijk overleefden we alles en mijn Cito was uitzonderlijk hoog voor iemand die de laatste 18 maanden geen onderwijs had gehad. Want hoewel we er wel om vroegen, ik kreeg geen boeken mee naar huis zodat ik thuis kon leren. Ook zo'n leuk pesterijtje van de onderwijzer. Dat ik dan maar boeken uit de bieb haalde en de oude schoolboeken van mijn zussen gebruikte, kwam blijkbaar niet in hem op.
Voortgezet onderwijs
Ik koos een school zo ver mogleijk van huis om zo mijn grootste pesters te ontlopen, maar op de een of andere manier kwam de hoofdmeester erachter waar ik naar school ging en plotseling werden alle pesters aangemeld op dezelfde school. Daar kwam ik dus pas achter op dag 1 van het voortgezet onderwijs. Ik was compleet in shock toen ik niet alleen merkte dat alle pesters me gevolgd waren, ze waren ook nog eens allemaal in dezelfde klas geplaatst.
Het motief van de school was namelijk om zoveel mogelijk leerlingen uit dezelfde dorpen bij elkaar te plaatsen. Dat kan heel leuk zijn, maar in mijn geval was het dat niet. Maar goed ik hoopte op beter.
Gymleraren
Ik kon het eigenlijk goed vinden met alle leraren muv de gymlerares. Deze dame was heel erg snobistisch en iedereen moest het maar geweldig vinden dat zij, ja echt waar zij, speelde in het nationale hockeyteam van Oranje! Nou zei hockey me niets, ik vond het ook nog eens een domme sport. Ik zei dat niet hardop, maar ik weigerde haar naar de mond te praten hoe geweldig ze wel niet was.
Hoe geweldig ze wel ze niet was zou aan het einde van de herfst termijn blijken. Toen hadden we een sport week. En naast hockey was ze fan van basketbal. En dus had zij ervoor gezorgd dat zij de basketbalwedstrijden zou leiden. Het gevolg was dat ze zeer partijdig floot. Dat ze haar favoriete teams in de time-outs van tips voorzag. En dat ze overtredingen van haar favorieten niet bestrafte. Dus toen een tegenstander mij een bal keihard op mijn gezicht gooide werd er niet gefloten. Toen ik het veld af kroop werd ik gedwongen me op te stellen en niet aan te stellen. Ik weet niet meer wat ik gezegd heb, ik heb nameijk een heleboel nare dingen gedacht toen ik haar negeerde het veld af ging en in mijn sportkleren naar de overkant van de weg strompelde om me bij de EHBO van het ziekenhuis te melden.
Ik kreeg in elk geval een sportverbod voor ten minste 3 maanden. Daar was ik het niet helemaal mee eens, maar ik wilde ook niet terug naar de sportweek. Na twee weken heb ik de dokter opnieuw bezocht en gevraagd of ik alsjeblieft weer volleybal mocht spelen. Na nog eens 3 weken was mijn gezicht dusdanig genezen van alle kneuzingen dat ik weer mocht volleyballen, maar alleen dat. Toen de 3 maanden om waren wilde ik eigenlijk ook wel weer gewoon naar de gym.
Dat laatste was echter van korte duur. Mijn lerares had bepaald dat ik stijf was. Hoe kwam ze er in godsnaam op. Ik speelde 4 uur tennis per week, zwom 8 uur per week, trainde met het volleybalteam elke lange pauze, plus 2 uur daarnaast. Zij vond mij stijf. Op grond waarvan ben ik nooit achter gekomen.
Maar ik dacht, dat is een andere leraar en ik sport graag, dus ach, laat ik maar lekker die 3 uur extra sport pakken. Helaas voor mij was het een viezerik. Diverse keren greep hij in mijn borsten als hij me ergens opving, met het excuus dat ik door zijn handen was geglipt. Eenmaal zelfs in mijn kruis. Het was dat ik knockout op de vloer was terecht gekomen anders had hij een trap in zijn ballen gehad. Tot slot besloot hij mijn sportcariere een genadeslag toe te brengen door mij tijdens het bokspringen te laten vallen. Hij was de bok en ik kon met mijn lange benen makkelijk over hem heen. Maar tijdens mijn sprong dook hij in elkaar met het gevolg dat mijn handen geen bok vonden en ik dus keihard op een matje van 10 cm sloeg. Dank U.
Dat werd mijn laatste extra gymlles. Tevens kon ik daarna niet meer tennissen omdat mijn pols te zwaar beschadigd was. Alles wat overbleef was zwemmen en volleybal. Ik overleefde de lessen tot ik een aantal jaren later bij dezelfde dame opnieuw in conflict kwam. Ik had me inmiddels aangesloten bij het trampolineteam op school, voornamelijk omdat ik wilde gaan schoonspringen. De dochter van mijn lerares had te horen gekregen dat ze zich enorm moest verbeteren anders was er niet langer plaats voor haar in het team.
Dus nam moeders het heft in handen en besloot mij bij een foute afsprong niet te vangen, maar me gewoon op de matten te laten slaan. Toen was ik uitgeschakeld. Zelfs volleybal was niet meer mogelijk. Ik heb mijn beide achillispezen verrekt bij die actie en heb gedurende 4 jaar nauwelijk kunnen lopen. Niemand echter die mij vroeg hoe het ermee ging.
Het laatste jaar op die school was ik vrijgesteld van gym, maar moest wel lijdzaam toezien. Dat vond ik heel erg oneerlijk. Want idk wilde zo graag sporten. Natuurlijk zat er weer iets achter. Ook mijn klasgenoot Ellen had bij dezelfde dame een dubieus ongeluk gehad en kon niet sporten. Daarintegen konden wij wel elke les alle rotzooi opruimen. Nou mij niet gezien. Dus na een paar weken de rotzooi voor haar voeten gedeponeerd en naar de rector gestapt.
Uitgelegd dat we niet meer aanwezig wilden zijn omdat we weigeren steeds andermans rotzooi op te ruimen. Meehelpen oke, maar nee, we konden gewoon met alles lopen slepen terwijl we stierven van de pijn. De rector was het met ons eens en we konden die periode afsluiten.
Tekenen, mijn lust en mijn leven
Nooit gedacht dat ik tekenen kon gaan haten, en toch gebeurde het haast. Ik heb een voorliefde voor zachte kleuren. Vooral pastel. Dat blijkt uit mijn kleding, maar ook uit mijn fotocomposities. Als het kan werk ik met zachte kleuren. En dat was niet in het straatje van mijn tekenleraar.
Iedereen mocht kiezen wat hij of zij deed, maar ik moest en zou mijn pastel vaarwel zeggen en beginnen met harde kleuren. Anders werd mijn werk niet goedgekeurd en kreeg ik geen voldoende toegekend. Chantage uit de eerste hand. Ik probeerde het maar kon het niet. Uiteindelijk verscheurde ik mijn werk dat aan zijn eisen voldeed en stapte naar de rector.
De goede man begreep mijn dilemma en stelde mij vrij op voorwaarde dat ik 4 tekeningen inleverde die ik in zijn opdracht zou maken. Dat bespaarde me veel stress en vooral het voorkwam dat ik mijn interesse in kunst zou verliezen.
Economie
Nadat al mijn dromen in duigen waren gevallen moest ik basiskennis economie, handelskennis zoals het heette, opdoen. Deze dame was er ene van extremen. Ze stond voor de klas in schreeuwende kleuren, alsof die moesten compenseren dat ze geen uitleg kon geven noch de klas in orde kon houden.
Op een goede dag ging in winkelen met mijn moeder en toen kwam ik haar tegen. Ik had nooit in het schoolboek gekeken waar ze woonde omdat het mij niet interesseerde. Toen ik aan de beurt was om mijn groente bij de groenteboer te bestellen brak er een rel uit. Ik wist niet wat me overkwam. Ik werd ineens besvchuldig van stalking tot voordringen. En van beide was geen sprake. Ik moest en zou onmiddellijk haar woonplaats verlaten of ze zou me aanmelden bij de politie.
De groenteboer legde haar rustig uit dat het mijn beurt was en dat ik niemand lastig viel. Ik stond gewoon geduldig op mijn beurt te wachten. En dus werd ik gewoon geholpen terwijl zij op hoge poten vertrok. De politie zal ze wel nooit gebeld hebben, want we hebben er nooit iets van gehoord. Die maandag op school meldde ik haar wel aan bij de rector. Ik beschreef wat er was gebeurd en gaf hem het telefoonnummer van de groenteboer. Even later kreeg ik te horen dat ik een andere leraar zou krijgen. Aan het einde van het jaar hebben we haar niet meer op school gezien. Waarschijnlijk ontslagen of ontslag genomen.
Nederlandse taal
Even ter inleiding. Elke vrijdag gingen we naar de camping en dan was er een hoorspel op de radio. Alleen al voor dat hoorspel vloog ik de school uit. Er was een tijd dat alle hoorspelen van Louis Couperus werden gespeeld. Mijn favoriet was we "De binocle".
Mijn lerares Nederlands kwam heel serieus kijkend de klas in. Ze zou ons nu wel eens leren wat literatuur was. Daarbij moesten we eerst maar eens dit korte verhaal doorlezen. In absolute stilte. We kregen het verhaal en mochten het blad pas omdraaien als iedereen zijn exemplaar had gekregen. Zodra ik de titel las kon ik een giechel niet binnenhouden.
Woenden kwam ze op me af, dit was serieus. Ik keek lachend op en zij haar, maar dit is mijn favoriete korte verhaal! Het is prachtig. Vooral hoe het melodramtisch het is geschreven. Het is een van de beste korte verhalen van Louis Couperus in mijn ogen.
Het leek wel of ze vuur zou gaan spugen, zo kwaad werd ze op mij. De lijst met beschuldigingen was ellenlang. Nooit kon ik daarvan gehoord hebben. Nooit kon ik het hebben gelezen. Nooit kon ik er zelfs maar van gehoord hebben. Ik probeerde haar te beledigen. Ik had geen kennis van literatuur.
Ik nam mijn literatuurlijst uit mijn tas en wees haar op het feit dat op mijn lijst 5 werken van Louis Couperus stonden. En dat ik dus wel van zijn literatuur op de hoogte was en dat ik er zelfs fan van was. Niets hielp. Het werd de eerste keer dat ik uit de klas werd verwijderd. In plaats van braaf op de gang staan ging ik verontwaardigd naar de rector. Deed mijn verhaal en kreeg gelijk. Ook hij kende de hoorspelen op vrijdagmiddag en hij begreep mijn enthousiasme voor deze werken. Hij zou het oplossen.
Even dacht ik dat het was gelukt. Die termijn leverde ik mijn boekverslagen in en na de kerst wachtte mij een verrassing. Alle lliteratuurwerken waren afgewezen! Alle boekverslagen waren met rode kruizen onbruikbaar gemaakt. Het resultaat op mijn rapport een hele dikke vette onvoldoende. En dat terwijl ik gemiddeld een 8,3 stond op grond van mijn cijfers.
Op grond van mijn cijfers was ik nu niet langer toegelaten op de door mij gekozen beroepsopleiding! Die brief kwam de volgende dag met de post. Met heel veel werk van de rector en andere leraren die ik eerder had gehad kreeg ik toch toelating, maar het veranderen van mijn rapportcijfer had veel meer voeten in aarde omdat deze al doorgemeld waren aan de beroepsopleiding! Later gaf ze toe dat ze niet uit kon staan dat ik alle boeken van Couperus had gelezen en van deze literatuur houdt. Het verhaal was als straf bedoelt omdat ze zich niet serieus genomen voelde door de klas.
Beroepsopleiding
Om de een of andere reden had ik verwacht dat het gepest afgelopen zou zijn als je een beroepsopleiding zou gaan doen, het tegendeel was waar. Ik was wanhopig omdat mijn moeder mijn droom aan diggelen had gegooid waardoor ik in het buitenland had kunnen gaan studeren. Ik werd depressief om vele redenen, maar niemand die begreep dat het meest aan mijn leraren lag.
Maatschappelijke vorming, sociale vorming
Het eerste dat ons werd verteld was dat Maatschappijleer zoals je dat op het VO had gehad, dat dat niet aansloot bij de echte maatschappij. Dat was niet op de praktijk gericht. Iedereen dacht er het zijne van, maar niemand had zulke extremen verwacht.
Een van de eerste zaken waarover ze begon was het milieu. Dat de maatschappij verantwoordelijk was voor het milieu waarin wij leven. Oke, mee eens. En daar kwam het. Iedereen had vast wel de eeuwige sproeiers gezien aan de rand van het bos, en inderdaad dat had 90% van de klas. De overige 10% woonde aan de heel andere kant van de stad en zouden niet eenvoudig erlangs komen. Die sproeiers waren daar omdat boeren de grond verontreinigden met het uitrijden van hun overvloedige mest.
Ik stak mijn hand op en ze vroeg wat ik te vertellen had. Ik vertelde dat ik juist een week eerder bij een lezing over de sproeiers was geweest. Het is juist dat deze er zijn om de milieuvervuiling aan te pakken, maar het ging niet om boeren. Er was een asfaltfabriek geweest die de grond ernstig vervuild had. Aanvankelijk was er weinig aandacht voor, maar na verloop van tijd zag men in dat juist deze plek het grondwater ernstig vervuilde. Door het plaatsen van de sproeiers hoopt men dat de concentraten gevaarlijke stoffen in de grond afnemen zodat het grondwater weer als drinkwater gebruikt kan worden.
Eenmaal uitverteld stond ik buiten. Nee, ze had me er niet uitgegooid, maar ik was vertrokken. Ik laat niet tegen me schreeuwen. Ze had me maar om bewijs hoeven vragen en dan had ik dat de volgende dag mee naar school genomen. Onderweg naar de kantoren kwam de rector me al tegemoed. Hij vroeg wat er aan de hand was en ik legde het kort uit. Hij knikte, ja, zijn vrouw was ook naar die lezing geweest en eigenlijk had hij zich verbaasd over het feit dat daar een asfaltfabriek was geweest. Juist omdat de media altijd suggereerde dat het om milieuvervuiling door boeren ging.
Na een verhelderend gesprek met mijn lerares op het kantoor van de rector ging het enige weken goed tussen ons. Tot dat het onderwerp huwelijk en cariere aan bod kwam. Ze hield een heel betoog waarom je nooit moet trouwen en dat een huwelijk en cariere onmogelijk was. Uiteindelijk kwam het tot een klassegesprek en daar kreeg ik het woord.
Ik verklaarde eenvoudig dat ik het huwelijk niet zag als een bedreiging voor mijn eventuele cariere, ook niet als er kinderen zouden komen. Voor mij blijft het meest ideale, eventueel samenwonen, dan een goed huis zoeken, trouwen en dan eventueel kinderen.
Ongeveer een derde van de groep liet weten het volledig met me eens te zijn. Opvallend genoeg meer jongens dan meisjes. Meisjes waren op dat moment nog erg in de ban van de BOM Bewust ongehuwde Moeders. De lerares sloeg helemaal door. Ze krijste de klas bijeen en zette ons er allemaal uit. Ik stelde voor naar de rector te gaan en daar ons verhaal te doen. Sommigen schoorvoetend, maar allen volgenden mij.
Het werd duidelijk dat deze lerares alleen haar mening accepteerde en absoluut geen tegenspraak dulde. En dat vonden wij niet kunnen en daarom hadden we met z'n allen de klas verlaten toen ze begon te schreeuwen. Het gekrijs was inmiddels door andere leraren gemeldt en hij begreep van ons het waarom. Een blik in het boek leerde ons dat we nooit het jaar konden uitzingen met haar. Ze zou ons haar mening op blijven dringen en wij waren niet van plan dat te doen.
De oplossing kwam in de vorm van het schrijven van scripties. Sommigen schoten in de stress, anderen zoals ik vroegen kalm of we elkaar mochten helpen. We kregen ieder ons eigen onderwerp toegewezen door het lot. En daarna mochten we elkaar helpen zoveel we wilden. Als het maar een gedegen scriptie werd. De eisen zouden we een dag later ontvangen.
Met apartheid had ik iets in handen waar ik me liever niet aan wou branden, maar ik schreef in de resterende maanden een boek over Zuid Afrika en de apartheid, in totaal 367 pagina's tekst. Ik geef toe, het liep mij enigszins uit de hand. Maar daarnaast hielp ik ook de anderen. Zo kwamen we allemaal met bovengemiddelde scripties aan het einde van het jaar.
Tot mijn grote verbazing ontving ik een magere 5- voor mijn werk, terwijl anderen een 8 of zelfs 9 hadden gekregen. Iedereen was verbaasd en niemand kon dit geloven. De beredenatie was dan ook helemaal krom. Ik werd beschuldigd van plagiaat, van het verzinnen van interviews en god mag weten wat nog meer. Ik voelde me vernederd. Opnieuw.
Uiteindelijk kwam de redding doordat een van mijn geinterviewden naar de school belde om te vragen wat voor cijfers ik had gekregen. Het moest in zijn ogen minstens een 9 waard zijn. Die uitspraak deed de rector ontwaken en hij begon mijn scriptie zelf te lezen. Hij was onder de indruk en onderschreef de 5- niet. Hij liet het nog enkele leraren maatschappijleer lezen en allen kwamen tot de conclusie dat hiervoor een 10 op zijn plaats was.
Met dat cijfer in mijn zak ging ik dus over. En die lerares werd nooit meer gezien op school. Voor mijn gevoel was ze ook niet geschikt in de functie lerares maatschappijleer. Ze had goed gefunctioneerd in hoe word ik een dictator. Maar wat als deze zeer belangrijke man niet had gebeld? Hadden anderen me dan geloofd?
Denk niet dat verhuizen helpt
Mijn laatste jaar zou ik dus in een heel andere stad doen. Gelukkig had ik kans gezien om stage te lopen in de buurt van mijn nieuwe woonplaats, maar ook daar zou het pesten door leraren niet stoppen. Al moet ik eerlijk zeggen, het was misschien meer dat de goede man van mij in paniek raakte.
Mijn onderwijs bedrijfseconomie en bedrijfsadministratie was niet bepaald gegaan zoals je wilt. Onze leraar was eigenlijk constant ziek. Er kwam een leraar die zich voor ons opstelde zodat we onze tentamens voor de overgang konden halen. Hij zei, wat in de boeken staat kan je zelf lezen, heb je vragen schrijf je ze op en leg je ze in mijn postvak. De antwoorden krijgen jullie op papier uitgereikt. Wat ik jullie ga leren is hoe je je diploma haalt ondanks het feit dat er geen leraar voor jullie is.
Het was heel veel schrijfwerk, maar we haalden op een enkele na alle testen. En met die kennis ging ik mijn laatste jaar in. Ik had ineens geen gemiddelde van 7 tot 8 meer maar desastreuze 1 of 2. Ik begreep er geen bal van. Tot de goede man eronder schreef. Het antwoord afkijken bij je buren levert jou geen punten op! Nu wist ik 1 zaak zeker. Ik had niets afgekeken. Dus ging ik naar mijn mentor en deed mijn verhaal.
Hij riep mijn leraar erbij. Inmiddels had hij mijn test gecorrigeerd en was ik weer op een royale 7 uitgekomen. De leraar keek verbaasd naar het getal op mijn test. Hij begon te stotteren van woede. Dit was bagger! Dit was niet eens die ene punt waard die hij me nog gegeven had! Nadat hij uitgeraasd was begon mijn mentor. Deze dame heeft een andere professor als leermeester gehad. Dat jij deze methode niet kent betekent niet dat de methode fout was.
In plaats van zijn leven te beteren bleef hij mijn werk afkeuren. Tot uiteindelijk gelukkig mijn mentor hem verbood mijn werk na te kijken. Hij deed het zelf. Daarna zou mijn leraar de kans krijgen om uit te leggen waarom mijn werk wel goed was. Het was een halve oplossing want uiteindelijk bleef deze leraar negatieve verslagen over mij schrijven. Hij heeft nooit willen toegeven dat er andere wegen waren die naar Rome leiden.
Mijn kinderen op school
In de buurt merkte ik al dat mijn kinderen het moeilijk hadden, maar het was nog niet verontrustend. Het was meer dat de allochtone gemeenschap geen inmenging wenste van autochtone kinderen en daarmee de hele speelplaats opeisten. Ik hoopte dat het over zou gaan als de kinderen naar school zouden gaan.
We kozen voor de school nabij ons huis. En vanaf dag 1 had de oudste het moeilijk. Hij raakte makkelijk in paniek en kon zich dan bevuilen. En daar werd veel te veel aandacht aan gegeven. Op de peuterspeelzaal was dit nooit gebeurd. Wel vond ik de kleutergroep te groot met 32 kinderen. Twee groepen samen hadden 62 kinderen. In mijn ogen was het beter geweest met 3 groepen van 20. Maar daarvoor ontbrak het personeel.
We lieten de oudste een extra jaar in groep 1/2, maar naar mijn idee was dat de oplossing niet. Er werd een schoolonderzoek gedaan en daar kwam uit dat Gavin nog een broertje of zusje wilde. Hell no! Misschien op school bij zijn zwangere juf, maar thuis absoluut niet. De school bleef hier steeds op hameren. Wij lieten het rusten en in groep 3 ging het een stuk beter. Maar geweldig was het nooit. Toch liet school nooit weten wat er nu precies aan de hand was. Ik heb tig gesprekken gehad met de onderwijzeressen, maar nooit een gedegen antwoord gekregen. Meer een losse pols gevoel.
Als de onderwijzeressen op school hadden opgelet dan zouden ze geweten hebben dat mijn kinderen al op het schoolplein gepest werden door de ouders van klasgenootjes. Als ze zeiden we willen bij hem spelen, dan was het antwoord nee. Nee, je gaat niet spelen bij een moeder die alleen gehandicapt is als het haar uitkomt! Ja, dat heb ik via mijn vrijwilliger dus opgevangen. Kinderen die uitgenodigd waren voor zijn verjaardagsfeestje kwamen gewoon niet opdagen. Dan zat ik daar thuis met een huilend kind. Waarom zijn mijn vriendjes er niet? De moeders gebeld en dan te horen krijgen dat ze het vergeten waren, nee dat gaat er bij niet in. Maar dat soort geruchten ging dus op het schoolplein.
Enfin toen het kritiek werd kreeg mijn exman een ongeluk en moest ik pendelen tussen school en ziekenhuis. Ging ook niet geweldig. Alle onderzoeken werden opgeschort. Inmiddels was de jongste zover dat hij na de zomer naar groep 4 zou gaan. Ook daar kreeg ik aan het einde van het jaar signalen dat er wat aan de hand was, maar niemand die me werkelijk vertelde wat. En ik had er ook geen tijd voor om er achter aan te gaan.
Na de zomervakantie liep de jongste van school weg. Gelukkig werden we wel gebeld en konden we gelijk gaan zoeken. School had daar geen capaciteiten voor. Nee, je mag je kind alleen gaan zoeken. Ik in een rolstoel, mijn exman met de auto omdat ook hij gehandicapt uit het ongeluk was gekomen. Een politiecontrole achter ons huis kon ik uiteindelijk inzetten om te helpen zoeken naar mijn kind. En een lieve agente vond hem.
Ik denk dat zij hem heel wijs dingen vertelde op zijn niveau dat hij als er iets gebeurde gewoon naar huis moest gaan. Mamma zou dat altijd begrijpen, hetgeen ik volmondig bevestigde. Terug naar school werd een no-go. Hij wilde niet, was met geen 10 paarden te verzetten. Dus toen het advies gekregen om het KMD in te schakelen en daar mocht hij direct heen. Al snel was een van de dingen die duidelijk geworden was dat hij de juf op school niet vertrouwde. Toen ze vroegen waarom zei hij dat ze nooit deed wat ze beloofde.
Thuis kreeg ik er uit wat hij bedoelde. Ze zouden na de vakantie op een bepaalde manier beginnen. Ze had het helemaal uitgelegd. Eerst gaan we een tekening maken zodat iedereen aan school kan wennen. Daarna gaan we over onze tekening praten. In plaats daarvan was ze gewoon met een kringgesprek begonnen en daarna overgegaan met de reguliere lessen. Dit herhaalde zich keer op keer tot hij geen vertrouwen meer had en weg liep.
Na het KMD kon hij daar niet blijven omdat hij te oud was geworden en terug ging ook niet. Dus na maanden van thuiszitten eindelijk in de crisisopvang plaats. Daar zou al snel blijken dat ons kind helemaal geen heil meer zag in onderwijs. Waarom zou hij doen wat zij zeggen, als ze zelf al niet doen wat ze zeggen dat ze zullen doen? Geschokt nam de woongroep contact op. Of ik hier iets van wist. Ik wist alleen van een paar incidenten in groep 4, maar waren er meer? Ik wist het niet.
Ik ging terug praten op school. En pas na vele gesprekken kwam er iemand naar voren die zei, ja, maar het is ook uw zoon hoor. Ik zeg ja, daarom zit ik hier. Nee, dat bedoel ik niet. Ik vroeg haar wat ze dan wel bedoelde. Ja, hij aapte de hele tijd een jongetje met autisme na in de klas. Dat kunnen we niet tollereren. Toen ik de vraag stelde of er dan nooit de gedachte boven was gekomen dat hij zelf wel eens autistisch kon zijn, werd negatief geantwoord. Ik liet het even bezinken. Daarna vertelde ik dat we inmiddels een diagnose hadden. Hij had PDD-nos. Een vorm van autisme.
In de eerste instantie wilden de onderwijzeressen daar eerst bewijs van zien. Ze konden niet geloven dat dat waar was. Ik ben toen heel kwaad geworden. Ik heb ze keihard verteld dat door hun gedrag mijn zoon nu thuiszit op een GGZ instelling omdat hij niet naar school durft. Omdat de juffen toch niet doen wat ze zeggen. Ik had een hele lijst met zaken die fout waren gegaan. En niet ene die durfde te zeggen. Jeetje wat zaten we fout!
Niet lang daarna stortte ook de oudste in. Ook hij werd opgenomen. Hij wilde perse naar school, maar dat werd hem verboden, terwijl dat wel in zijn zorgplan was opgenomen. Zo kwamen we ook daar van de regen in de drup. Een diagnose was gezien het feit dat hij ouder was, makkelijker te stellen dan bij zijn jongere broertje. En daar kwam MCDD uit. Ook een vorm van autisme. Ook toen weer contact gezocht met de school. Nee, dat hadden ze nooit zien aankomen. Ik heb toen gezegd dat ze stonden te liegen dat het gedrukt stond.
Reeds vanaf jaar 1 op school kwamen er halve signalen dat er iets met hem aan de hand zou zijn. Maar niemand die werkelijk iets zei. Dan dat belachelijke onderzoek waaruit naar voren kwam dat hij een broertje of zusje zou willen. Dat was totaal niet iets wat hem bezig hield. Ja op school leuk, maar niet thuis. Zovele leugens als in dat rapport stonden dat ik gestopt ben met tellen. Alles lag aan hem en toch weer niet. Het sloeg nergens op.
Uiteindelijk gaf de meester die hem het langst in de klas had gehad uitleg. Hij zei dat hij vanaf groep 4 met hem bezig was geweest om duidelijkheid te krijgen. Hij zag het pesten, dat vaak op het schoolplein begon. Jeetje, nu konden ze het wel toegeven dat hij al op het schoolplein gepest werd! Ik ben boos en desillusioneert naar huis gegaan. Ik heb altijd gezegd dat de school meer wist dan ze toegaven en dat kwam er uiteindelijk uit toen duidelijk was dat hij niet terug zou komen!
Wat ik er aan over gehouden heb
Ik heb geen vertrouwen meer in het onderwijs in Nederland. Ik heb in Zweden gezien hoe anders het kan. Dat kinderen die in Nederland helemaal de vernieling in geholpen zijn daar toch uitgekomen zijn. Maar voor het leven beschadigd. Dat is iets waar die lieve juffen en meesters op school niet bij stil hebben gestaan. Ze hebben twee autistische kinderen nooit erkend omdat zoveel kletspraat de ronde deed. In plaats van een onderzoek in te zetten waarom er zoveel kletspraat is.
Waarom niet ingrijpen als je ziet dat ouders een kind op het schoolplein al pesten. Waarom die signalen niet doorgeven aan de ouders, aan ons? Op school waren ze voorbereid dat niemand naar het feestje van mijn zoon zou gaan, dat wisten zij! Maar niemand die het mij verteld zodat wij er iets mee kunnen doen. Allemaal feiten die achteraf naar boven zijn gekomen. Feiten die mijn kinderen een heleboel leed hadden kunnen besparen.
Als ik nu lees over gepeste kinderen dan herbeleef ik mijn eigen jeugd. Dan herbeleef ik al die jaren dat ik niet alleen door klasgenootjes werd gepest maar ook door mijn onderwijzers en leraren. Want ik was zo anders, ik paste niet in de groep. Nee, dat klopt wel want ik paste niet in Nederland. Nooit gepast ook. Als klein kind wilde ik al weg, dat zegt denk ik wel iets. Nu ik op mijn plaats ben en me veilig voel word ik niet meer gepest.
Maar ook hier zie ik mensen en kinderen buiten de boot vallen. Daar probeer ik nu wat mee te doen. Door te praten maar vooral door te luisteren. Want in luisteren zit in veel gevallen de oplossing. Hooggevoelig en hoogbegaafd zijn heeft ook zijn voordelen, al onderschat ik de nadelen beslist niet. Het geeft mij nu de ruimte om me door te ontwikkelen. Om weer te gaan leren met zaken waar ik echt mee verder wil. Zodat ik meer mensen kan helpen. En vooral zodat ik meer onrecht door informatie kan voorkomen.
Reactie schrijven
anke (zondag, 14 oktober 2018)
dat is een zeer heftig verhaal. knap dat je dat zo van je af kan schrijven.
dikke knuffel! X