Op 1 oktober 2004 hebben we definitief afscheid van je genomen. Ik zal je nooit vergeten. Je glimlach op je gezicht. Zo vertrouwd. Je hebt je eigen plaatsje gekregen in mijn huis. Een plekje voor jou en mij. Zodat je altijd bij me kan zijn. Afscheid nemen was voor mij heel erg zwaar want het was veel meer dan alleen jouw ziekte.
Geboren
Op 25 januari 1931 geboren in Monster, Zuid Holland. 1 Zusje.
Gezin
Getrouwd met Janny Alferink op 6 april 1955
Lucette Ineke geboren 5 februari 1957 overleden op 8 juli 1959
Irma geboren 23 juli 1961
Karin geboren 16 december 1962
Angélique Celesta 3 augustus 1969
Overleden
Op 1 oktober 2004 koos jij vrijwillig voor de dood. In heb bijzijn van je gezin nam je waardig afscheid van ons. We hebben altijd geweten dat je nooit als kasplant wilde leven. De longkanker had uiteindelijk niet alleen je longen aangetast maar ook jouw laatste restje licht in je ogen.
Dat
eerste bezoek is ingeslagen in mijn ziel. Ik was helemaal van de kaart en had het gevoel dat alles wat ik opgebouwd had aan duigen viel. Toch was dat niet waar. Uiteindelijk heeft het me wel weer
op weg geholpen. Maar anders dan ik had gewild. De daarop volgende dagen was ik zelf zeer aangedaan door je ziekte en er zelf ziek van. Het kwam te rauw in mijn hart binnen. Verslagenheid in mij
was groot. Toch wilde ik afscheid van je nemen op mijn manier. De druk van moeder om je heen maakte dat ik het vaak heel erg moeilijk had en niet of nauwelijks in staat was te vertellen wat ik je
wilde vertellen. Ik had het gevoel dat ik niet vrijuit kon praten omdat er nog te veel onverwerkt leed in mij streed.
Eenmaal thuis was ik blij dat ik ook wat tijd met je alleen kon zijn. Het was moeilijker dan ik dacht. Vooral toen je over euthenasie begon. Dat was toch schrikken ook al wist ik al heel lang hoe
je daarover dacht. Je wilde best voor iets goeds strijden, maar niet voor iets dat hopeloos was. Ik besefte op dat moment dat hoe zwaar het ook zou zijn, ik je daarbij begeleiden zou.
Juist omdat ik jou veel kracht wilde geven als ik bij je was, merkte ik dat mijn eigen energie daarmee ten onder ging. Voor de kleintjes bleef ik vechten. Want mijn gezin is mijn alles. Ik weet
zeker dat jij dat ook begrijpt. Zo graag had ik je in dat geluk willen delen, maar helaas ik kon het niet. Mijn angsten waren te groot, mijn kinderen te kwetsbaar. Er is een hoop dat ik je had
willen vertellen, maar je wilde het niet toen ik het kon. Je kon me niet geloven. Nu ben je te zwak en besluit ik jouw energie er niet aan te vergooien.
Hoe moeilijk het voor me was bleek ook wel uit het feit dat ik moeite had mijn gevoelens en gedachten te verwoorden. Ik wilde zo graag opschrijven wat ik voelde en meemaakte, maar het leek wel of
ik niets meer kon bedenken. Daarom besloot ik om naar buiten te gaan. De natuur in. Dat heeft me enorm geholpen om weer krachten op te bouwen. Want niet alleen vroeg nu veel van mijn aandacht, ik
moest ook aan Gavin en Glenn denken. Die zouden ook zo vakantie krijgen. Na een paar dagen schreef ik het gedicht, 5-7-2004 voor en over jou.
Na dit eerste begon voelde ik me al wat beter. Ik merkte dat het opschrijven van mijn angst de angst op zich makkelijker te dragen maakte. Toch beseft ik dat het heel moeilijk zou worden om met deze angst te leven. Want in mijn hart houd ik zielsveel van je papa. Ik kan alleen niet vergeten wat er allemaal in huis is gebeurd. De volgende schreef ik dit voor jou, 6-7-2004
De
eerste ontmoeting was heel intens. Ook al was je niet alleen. Ik heb geprobeerd mijn aandacht op jou te richten en de andere dingen buiten te sluiten. Makkelijk was dat niet. Want mama bleef de
aandacht vestigen op zaken die voor mij en jou helemaal niet belangrijk waren. Natuurlijk is het leuk als iemand een foto meebrengt van een kind dat je niet kent, maar het leidde mij heel erg af.
Vooral omdat er eigenlijk niet over jou werd gesproken. Iedereen kreeg aandacht, behalve jij.
De daarop volgende dagen waren zo mogelijk nog moeilijker dan de dag waarop ik hoorde van je ziekte. Ik probeerde voor mezelf te kijken wat ik wel en wat ik niet wilde. Aan de ene kant stond dan
mijn gevoel en aan de andere kant mijn verstand. Want hoeveel ik ook van je houd, ik moest weer rekening houden met de kinderen. Ik wilde ze heel graag aan je laten zien, maar ik besefte dat dat
voor hen heel erg moeilijk zou zijn. Ze zouden opnieuw in een rouwproces worden getrokken dat voor hen heel vragen op zou roepen. En dat wilde ik niet. Er is de laatste jaren te veel
gebeurd.
Verder zat ik heel erg met moeder in mijn maag. Ik voelde alleen nog maar een intense koude als ik haar zag of aan haar dacht. En na verloop van tijd kwam bij me boven dat ik dit voorjaar een
gedicht had geschreven over mijn gevoelens over moeder. Bedrogen, mei 2004
De rust was ver te zoeken in mij. Ik had heel veel vragen in mijn hoofd, maar ze leken zo onbelangrijk bij de strijd die ik jou zag doormaken. Vervolgens werd ik ook nog ziek in de vakantie.
Eerst was het maar gewoon een infectie. Een cadeautje van jou. Maar goed, dat was medicijnen wel weer op te lossen. Maar wat erger was, was dat het te veel van mijn energie had gevraagd.
Daarna durfde ik enige tijd niet naar je toe. Want mijn kinderen hadden een uitslag op hun huid die onverklaarbaar was. En zo lang ik niet wist wat hen mankeerde durfde ik niet naar je toe te
komen uit angst dat ik je ergens mee zou besmetten. Het bleek uiteindelijk om irritatie van de processierupsen te gaan. Gelukkig maar, want het was heel erg. Ze konden niet slapen van de jeuk en
de pijn. Nachtenlang zat ik keer op keer op om hun lijfjes te koelen met natte washandjes. Gelukkig kregen ze daarna medicijnen die heel goed werkten en ging het stukken beter.
Een wespensteek legde mijn hele leven lam. Even was jij zelfs uit mijn gedachten. Hoewel ik onmiddellijk de juiste medicatie had gehaald bij de dokter werd ik toch erg ziek. We wisten niet waar
het van kwam. Was het de wespensteek? Of was het iets anders. Na een paar dagen raakte de dokter ervan overtuigd dat het iets anders moest zijn. Het leek nl ook op een overgevoeligheidsreactie op
medicatie. En er was maar een medicijn in dosis veranderd. De Vioxx. Dus daar moest ik mee stoppen. De pijn werd daardoor ondraaglijk. Omdat ik eerst de reactie moest afwachten. Het ging daarna
beter, maar ik bleef nog bijna 10 dagen 40 graden koorts houden. Gedicht Koorts, juli 2004
Op
het moment dat ik dit gedichtje schreef ging het weer beter en nam de koorts af. Nooit was ik zo blij dat ik me weer wat beter voelde. Want de koorts vrat vreselijk veel energie. Nu gaat alles
gelukkig beter. Maar niet met jou. Helaas. Het is iedere keer als ik kom zichtbaar dat je het heel erg moeilijk hebt. Je kan niet meer zonder zuurstof. En dat lijkt me een vreselijke slag voor
jou.
De nadagen van de zomer zijn nog steeds een ware marteling voor je. Ik merk het als ik je kom opzoeken. Hoewel de ergste warmte nu weg is getrokken uit huis, blijf je het verschrikkelijk benauwd
houden. Steeds vaker zie ik je niet meer uit bed komen. Steeds moet je inleveren. Ik besef nu dat het einde met rasse schreden nadert. Ik schreef Dag zomer en natuur, 21 september 2004.
Dit schreef ik nadat ik je had bezocht. Ze zag er vreselijk uit. Het leek wel of al je lust tot leven was verdwenen. Ik besefte dat jouw verzoek tot euthenasie steeds dichterbij kwam. Want je ging hard achteruit. Ik schreef vechten, 23 september 2004.
24 September
is voor mij altijd een hele moeilijke dag. Het is een dag waaraan heel veel nare herinneringen kleven en daar wil ik nu niet aan denken. Ik schrik als ik gebeld word door Karin. Zij wil je
bezoeken en ik besluit voor jou toch mee te gaan. Gelukkig heb ik oppas voor de kinderen en kan ik met Karin meerijden. Ondanks je lijden hebben we toch nog mooie momenten met je. Al besef ik dat
je nu vrijwel geheel blind bent geworden. Je ziet zelfs je kopje niet meer waarin ik je karnemelk aanreik. Het is nu een positief moment waarin ik definitief afscheid van je neem. Ik besef nu dat
het ieder moment voorbij kan zijn. En dat ik daar mogelijk niet bij kan zijn. Want ik weet hoe snel de dood kan toeslaan.
Woensdag 29 september krijg ik een telefoontje van Roger. Of ik even naar huis wil bellen. Ik besef dat jouw tijd nu wel eens genaderd kon zijn. Maar ik schrik hoe Irma tegen me te keer gaat. Ik
mag nog een keer komen om afscheid te nemen, maar ik ben niet welkom als jij het tijdelijke met het eeuwige verwisselt. Datzelfde geldt voor Karin. Ze zegt wel dat wij het moeten accepteren, maar
ik besef dan al dat zij zichzelf niet tot de kinderen rekent. Als ik met Irma probeer te praten over het feit dat jij me gevraagd hebt om erbij te zijn, maar dan word me te verstaan gegeven dat
ik niet meer welkom ben als ik dat wil. Discussie is niet mogelijk. Intens verdriet komt over me. Ook woede.
Ik probeer Karin te bellen, maar die is niet thuis. Gelukkig belt ze me niet veel later terug. Het is ongelooflijk, maar Irma heeft Karin zelfs nog niet gebeld. Daar schrik ik wel van. Karin gaat
gelijk naar Irma bellen die bij jou is. Even later belt ze terug. We mogen er nu wel in huis zijn vrijdag, maar niet in de kamer. Daar voel ik me al een stuk beter bij. Ik heb nog geen besluit
genomen over wanneer ik je zal bezoeken. Want afscheid nemen zal ik. Op mijn manier. Ook al wil Irma dat niet.
Even na het avondeten bel ik naar huis. Mam verteld dat je nu even helder bent, maar dat dat morgen wel eens niet meer het geval zou kunnen zijn. Dus als ik nog afscheid wil nemen dan moet ik het
nu doen. Ik twijfel geen moment. Roger brengt me naar jou toe en komt me later weer halen. Gavin moet nog zingen in de kerk en Glenn kan even bij de buren spelen. Onderweg naar huis realiseer ik
me dat je op dezelfde dag als Louis zal overlijden.
Hoewel ik diep in mijn hart niet wil dat je moet lijden, is het gevoel dubbel. Ik weet dat je dit zelf wil en daar heb ik respect voor. Maar zoals ik je deze avond zag, dan denk ik, is het echt
zo ver? Soms twijfel is, en ik weet dat Roger ook twijfelt. Toch twijfelt hij geen moment en neemt hij direct donderdag en vrijdag vrij zodat ik nog zo veel ik wil bij je kan zijn. Zijn liefde
maakt me sterk en geeft me de kracht om Irma en mamma te negeren zodat ik al mijn energie en aandacht aan jou kan geven.
Toch heb ik nog een redelijk goed gesprek met mama. Ik voel een sprankje hoop dat ze veranderd is, maar weet diep in mijn hart dat het niet zo is. Want ik heb al genoeg over me heen gehad de
dagen dat ik hier op bezoek ben geweest. Ik besluit de mooiste momenten vast te houden. En even niet aan vannacht, aan morgen te denken.
Donderdag 30 september is een zwarte bladzijde. Je bent er zo slecht aan toe dat ik het gevoel heb dat het leven tussen je vingers door glipt. Het zou me niets verbazen als je deze nacht niet
doorkomt. Diep in mijn hart denk ik dat dat eigenlijk je wens is. Gewoon rustig inslapen om niet meer wakker te worden. Ik gun het je, maar wil je lijf en je hart het ook?
Vanmiddag besef ik dat het valse hoop was dat mama veranderd is. Ze begint opnieuw een tirade en eist van mij dat ik mijn excuses zal maken. Waarvoor? Omdat ik Roger mee naar huis heb genomen.
Omdat ik hun niet voorbereid had. Omdat ik zei dat ik ging samenwonen zonder eerst te vragen hoe zij erover dacht. Even komt er heel veel woede in me naar boven. Denk ik aan alles wat zij me
heeft aangedaan. Maar dan besef als ik Karin zie dat ik sterk moet zijn. Als zij het niet is, dan moet ik het zijn. Want papa heeft dat nodig. Ik negeer het verder en ga even wat anders doen om
op andere gedachten te komen. In stilte dank ik Karin voor haar kracht. Heb ik bewondering voor haar moed.
We hadden erop gerekend dat de dokter morgen voor jou tegen het middaguur zou komen. Maar dan belt de dokter om te vertellen dat het 10.00 uur word. Irma en mam dringen erop aan dat Karin en ik
niet te vroeg komen. Dat geeft me een wrang gevoel. Niet zo zeer omdat ze zeggen dat de dokter toch nooit op tijd is, maar gewoon omdat ik het gevoel heb dat we alsnog buitengesloten
worden.
Op 29 september schrijf ik verdriet.
Ik
ben blij als we eindelijk naar huis gaan. Karin heeft het onderweg heel moeilijk. Ik heb dan nog moeite om uiting te geven aan mijn gevoelens. Net als toen ik het bovenstaande gedichtje even gauw
in mijn agenda schreef toen ik bij je zat vanmiddag. We nemen even de tijd om ons te uiten voor we verder gaan naar huis. We halen wat salade om te eten. Want dat is er bij ingeschoten vandaag.
Karin blijft bij mij slapen. Zo zijn we in de buurt en hoeft zij morgen niet zo ver te rijden.
Deze nacht heb ik het gevoel dat het leven uit je wegglipt. Ik ben klaar wakker om 02.00 uur. En blijf dat ook tot een uur of 04.00. Ik voel me heel onzeker. Weet niet of het gevoel dat ik heb nu
juist is ontstaan omdat je nog leeft of omdat je overleden bent. Maar, ik denk dat Irma dan wel gebeld zou hebben. Ik weet het niet. Het is een raar gevoel.
1 oktober.
De dag van jouw geplande overlijden. Een rotgedachte is het in mijn hoofd. Ik gun je deze beslissing, maar ik vind het zo hard. De pijn en het verdriet die ik in mezelf voel wil ik even terzijde
zetten. Karin is mijn steunpilaar op dat moment. Ik merk dat zij op bepaalde wegen veel verder is met haar verwerkingsproces. Dankbaar ben ik dat ik daar nu de vruchten kan plukken.
We staan vroeg op en halen gelijk om 9.00 uur een mooie bos bloemen. Het is moeilijk een keuze te maken. Ik begrijp wel wat Karin er mee wil bereiken, maar ik heb geen idee wat voor bloemen. Ik
laat het maar aan Karin over. Bij deze bloemist is alles heel erg mooi. Het word een mooie paarse boeket met veel bloemen. Ik ben nog gauw even naar Roger om hem te vragen de kaars aan te steken
die ik voor pap heb gekocht. Ik ben het toch vergeten.
Aangekomen in de flat maken we ons plekje klaar. De verleptia's verplaatsen we naar de keuken en we zetten ons mooie boeket op een vaas op het tafeltje in de kamer zodat we daar straks rustig
kunnen zitten. We gaan nog even naar je toe. Je ziet er stukken beter uit als gisteren. We horen van Irma en mam dat je het vannacht heel erg moeilijk hebt gehad. Dat gevoel had ik dus goed
gehad. Ook Karin had dat gevoel gehad. Zo zie je maar weer dat we toch heel dichtbij je zijn.
De verpleging van de thuiszorg bereid alles voor, voor de komst van de dokter straks. Het is druk in huis met zoveel mensen. Ik ben blij als de rust even weerkeert in afwachting van de
dokter.
Als we bij je gaan zitten wil je nog een kopje koffie. Dat maakt Karin met liefde voor je. Je drinkt het met smaak op. Al gaat het niet meer zoals je dat vroeger deed. Liefdevol helpt Karin je
met je koffie zodat je infuus goed blijft zitten. Daarna gaat er ook nog een bekertje casis in. Als we afscheid nemen zie ik de opluchting in je gezicht. Nog een kus. Tot straks pappa.
De dokter is erg rustig. Samen met Karin geef ik je zoveel ik kan mijn kracht, liefde en energie. Daarvoor hoef ik niet bij je te zijn. Het is zwaar, maar met Karins hulp lukt het me toch heel
erg goed. Het is een goed gevoel. Heel bijzonder. Ik voel de kracht door onze handen stromen. Tegelijkertijd voelen we dat je strijd gestreden is. Dat je voor eeuwig mag rusten. De rust straalt
van je gezicht. Nu pas, als ik dit schrijf komen alle emoties los. Tranen lopen over mijn wangen.
Ik mis je zo papa. Ook al die jaren heb ik je gemist. Misschien wel daarom doet dit afscheid zo'n pijn. Terwijl het toch een enorme opluchting voor jou moet zijn. Eindelijk bevrijd van de ziekte
die je longen wegvrat.
Ik ben heel blij als ik samen met Karin er even uit kan gaan om wat dingetjes voor je te halen om je mooi te kunnen afleggen. Het geeft me even een gevoel van opluchting als ik buiten kom. Even
frisse lucht. Even kracht opdoen buiten waar inmiddels de zon is gaan schijnen. Dankjewel pap, dat je het zonnetje hebt aangezet.
Ik help Irma zo goed ik kan om je verzorgd achter te laten. Het is heel erg zwaar werk. Ik merk dat mijn bekken kraakt in zijn voegen. Maar dat is van latere zorg. Nu wil ik even voor jou zorgen.
Het is het laatste dat ik voor je kan doen. Ik knip je bakkebaardjes en je haartjes nog wat bij zodat je er wat mooier bijligt. Daarna kleden we je aan. Al die tijd heb ik het gevoel dat je nog
bij ons bent.
De pizza doet daarna wonderen voor de maag. Ik heb toch behoorlijk honger gekregen van alles. Na het eten brengen Karin en ik de geleende spulletjes terug naar het Groene Kruis zodat mam weer wat
ruimte in huis heeft. Het stoort me hoe Irma het vraagt, maar ik leg het langs me neer. De laatste weken waren voor haar heel zwaar. Ook al heeft ze daar zelf voor gekozen.
Als we terug komen bespreken we nog het een en ander over de uitvaart. Ik heb het gevoel dat veel dingen nog helemaal niet duidelijk zijn. Eigenlijk had ik verwacht dat dit eigenlijk al
grotendeels voorbereid zou zijn. Karin en ik willen allebei spreken ter nagedachtenis aan jou. Ik ben benieuwd wat Karin zal zeggen. In mijn gedachten vliegen verschillende onderwerpen. Maar 1
ding komt steeds terug. Ik denk dat het dat zal worden, maar ik laat het eerst maar even rusten. Als we vertrekken heb ik niet meer het gevoel dat je bij ons bent. Je lichaam ligt er nog wel,
maar meer ook niet.
Bij het crematorium neem ik even de tijd om nog een man te herdenken. Die zoveel voor me deed. Louis. Ik heb een roos meegebracht naar jouw rustplaats op het strooiveld. Ik zet hem in een vaas.
Ook jij was vandaag veel in mijn gedachten. Net als pap. Beiden door kanker geveld. Op dezelfde dag, alleen 3 jaar later.
In Panningen halen we wat bloemen voor onszelf. Karin is helemaal ondersteboven van de bloemen hier in het dorp. Bij een andere bloemist bestellen we de bloemen voor de dag van de uitvaart. Karin
besluit voor een bloemstuk te kiezen. Er staan prachtige voorbeelden. Als Karin voor de groene variant kiest, besluit ik een gelijk stuk te kiezen, maar dan met witte tinten. De bloemen worden
vast besteld en ik hoef alleen nog maar door te geven wanneer we ze nodig hebben. Maar dat weten we morgen pas.
Als ik het gevoel heb dat Karin thuis moet zijn, bel ik even op. En ja, hoor. Ze is goed aangekomen. Dat vind ik toch wel even fijn om te weten. Daarna kruip ik eerst in bad en daarna in bed. Ik
lees nog een tijdje omdat de emoties me dreigen te overmannen.
Zaterdagmorgen neem ik eerst wat tijd voor mezelf. Gavin even naar het sporten gebracht. Want dat hoort er natuurlijk wel bij. Daarna ga ik lekker in bad liggen om alles een beetje over me heen
te laten komen. Ik denk terug aan de mooie momenten die we samen hebben gehad. Vooral onze reizen.Ik besluit een gedicht te maken dat over die reizen gaat. Ik denk dat mama dat ook mooi zal
vinden. Omdat Irma niet belt om te zeggen wanneer de crematie is besluit ik zelf maar te bellen.
Het lijkt wel of het niet gewenst is dat ik bel. Ik wil mama graag spreken, maar Irma zegt dat mama er niet is. Ik voel dat het niet waar is, en even later hoor ik mama gewoon in de kamer praten
en reageren op wat Irma zegt. Ik krijg het dan echt moeilijk. Waarom? Irma deelt mede dat ik geen stukje mag voorlezen, maar dat ik maar een gedicht moet voorlezen. Nu is het mijn wens,
maar ik betwijfel of dat bij Karin ook zo is. Ik zeg haar dit en schrik dan van haar reactie. Ik mag geen eigen gemaakt gedicht voordragen. Ik moet iets kiezen dat al bestaat. Er is geen
discussie mogelijk en ze gooit de hoorn op de haak.
Ik bel gewoon opnieuw en na een paar keer neemt mam zelf de telefoon op. Ik vertel haar gewoon wat ik graag wil doen en wat zei daarvan vind. Mam vind dat heel fijn als ik iets over het reizen
wil vertellen. Daarna heb ik nog een gesprek met Karin. Ook zij heeft het eisenpakket van Irma aangehoord. Ik vind het heel ongepast wat Irma doet, maar ja, daar kunnen we niets aan
veranderen.
Als ik die avond aan je denk staat mijn gedicht voor jou zo op papier. Ik hoop dat mama het net zo mooi vind als ik.
Zondag ga ik
naar de stoffenmarkt in Venlo. Het is er erg gezellig, maar ik kan er niet echt van genieten. Ik denk veel aan je. Toch koop ik nog wat mooie stoffen. Daar maak ik straks wel tijd voor. Daarna ga
ik naar mam. Tegelijkertijd arriveert ook het drukwerk. Als ik merk dat er een fout in zit en dat alles omgevouwen moet worden, besluit ik te helpen. Dat zeg ik ook tegen mam die naar de keuken
komt. Als ik naar de tafel loop commandeert Irma me dat ik maar moet helpen. Even heb ik het idee, doe het zelf maar. Maar nee, dat kan ik niet.
Ik help maar even om alles om te vouwen. Daarna draag ik het gedicht aan mama voor. Ze is er tot in tranen door geroerd. Dat zegt mij genoeg. Daarna drinken we nog even wat. Mama laat Irma lezen
wat ik heb geschreven. Aan haar gezicht kan ik zien dat ze het er niet mee eens is dat ik het zelf heb geschreven. Ze zegt ook nog even dat het zo niet afgesproken was. Maar verder was het
aardig. En of ik de laatste regel niet wilde voorlezen tijdens de dienst. Bijna was ik in de lach geschoten, maar het is te triest voor woorden dat ze dit nodig vind om te zeggen.
Als ik de rouwkaart wil lezen neemt Irma me die keer op keer uit de hand om ze in enveloppen te stoppen. Daarom wacht ik even tot mam weer aan tafel komt en dan begin ik er over te praten met
mam. Nu moet Irma me de kaart wel laten lezen. Ik voel dat ik niet verder gewenst ben en neem afscheid van mam. Ik wens haar sterkte en ga gauw met mijn scooter terug naar Panningen.
Maandag en dinsdag staan in het teken van jou. Ik denk veel aan je en schrijf vele gedichten.
Woensdag 5 oktober. De dag van de crematie. Het is een bewolkte morgen. Samen met Roger ga ik nog even wat boodschappen halen in Duitsland. Meel voor Karin en nog wat kleine dingen die ik nodig
heb. De rest komt later wel. Ik hoop echt dat de zon nog gaat schijnen. Ik haal nog gauw een lijstje om mam het gedicht ingelijst te kunnen geven. Dat ben je waard. Tegen de middag als ik de
kinderen op haal van school zie ik dat je toch het zonnetje weer hebt aangezet. Bedankt pap.
De kinderen gaan lekker eten bij Patrick en Robin. Zo is er nog even tijd om ons op te laden voor het definitieve afscheid. Dan pakken we de bloemen in de auto en rijden naar Blerick. Tegenover
de camping waar je zoveel mooie jaren hebt gehad, zal je voor eeuwig rusten. Er is nog niemand, dus we wachten even. Dan komt iemand van het crematorium de bloemen aannemen. Iemand van de Dela
vertel ik dat Karin en ik graag wensen dat mam de bloemen mee naar huis kan nemen. Ik hoop dat Irma het niet tegenhoud.
Langzaam komen de mensen een laatste eer bewijzen. We kunnen nog heel even praten en gaan dan naar de familiekamer. Ik ben blij dat Karin en Lammert er zijn. Ik heb veel steun aan Karin´s
aanwezigheid. Ik weet niet wat ik moet voelen en denken bij Irma en haar nieuwe vriend. Ook haar kinderen zeggen me niets. Ik ben blij dat ik Gavin en Glenn dit heb bespaard. Dan is het tijd om
nog eenmaal naar je te kijken. Één blik is voor mij voldoende. Ik houd je in gedachten zoals ik je heb afgelegd.
Daarna kunnen de overige aanwezigen afscheid nemen bij de kist. Daarna nemen we plaats bij de inmiddels gesloten kist. In gedachten zie ik nu ook weer Louis staan. Op diezelfde plaats. Louis
omringt door bloemen en wensen, jij daar een beetje verloren geflankeerd door onze bloemstukken en dat van Ali en Dick. Het is een beetje bedroevend.
Na een korte toespraak van de begrafenisondernemer krijg ik het woord. Ik draag met heel mijn hart en mijn ziel mijn gedicht aan jou op. Papa ik houd van je. Ik ben blij als ik weer kan gaan
zitten en even de tijd krijg om op adem te komen. Daarna bewijst Karin je alle eer. Het is prachtig zoals zij jou herdenkt. Ik ben tot in mijn diepste wezen geroerd door haar verhaal.
Het verhaal van Irma valt me zwaar. Ik probeer er niet op te letten en mijn energie weer op jou te richten papa. Want het doet me pijn zoals ze mij en Karin gewoon is vergeten. Ik weet het, ze
het pas geschreven toen het echt op het laatst liep. Je hebt het waarschijnlijk niet meer gemerkt. Maar wij wel.
Nog even doorbijten tijdens de condoleances in de koffiekamer in het rouwcentrum. Ik ben blij dat er ook mensen speciaal voor mij zijn gekomen. Het geeft een heel warm gevoel. Vooral de komst van
de heer en mevrouw Zilver gaf me heel veel steun. Wat me wel opviel was dat er naast de mensen van de caravanclub geen familie was. En dat daar ook niet over werd gesproken.
Na afloop ga ik nog even mee naar huis. Meer voor Henk en Harmke dan voor pap. Ik heb nu afscheid genomen. We praten nog wat en dan ga ik met Karin en Lammert naar huis terug. We halen nog even
wat bloemen bij de bloemist en daarna gaan hun weer op weg naar Zaandam. We moeten maar snel een keer een afspraak maken. Want ik merk dat ik veel behoefte heb om weer contact met haar te hebben.
Het was zo bijzonder zoals wij jouw overlijden hebben beleefd. Dit is een band voor het leven.
Tot slot schreef een laatste gedicht voor mijn vader, ene voor mijn moeder en ene voor mijn oudste zus Irma.
Als
een bom kwam het bericht van je ziekte. Ik verloor alle hoop in dat moment. Hoop dat ik ooit nog dingen met je kon delen. Intens verdrietig was ik toen ik je opzocht in het ziekenhuis. Je was
niet meer wat je geweest was.
Het eerste dat in me opkwam was dit.
Dag zeggen
Wat is dat moeilijk
Voor jou voor mij
Voor ons allemaal
Eens was je een roos
Nu ben je alleen nog broos
© Angélique, januari 2004
Lieve Pappa,
Daar zag ik je dan eindelijk weer
Maar geen glimlach in je gezicht meer
Pijn diep in mijn hart omdat je zo moet lijden
Ik zou willen dat ik naast je kon strijden
Helaas kwamen we woorden te kort
En ook de tijd schoot weer te kort
Er zijn veel dingen die ik je zou willen vertellen
Dat kun je je misschien niet voorstellen
Maar de angst diep in mijn hart slaat dan toe
Waar gaat mamma met die kennis naar toe
De pijn die ik voelde toen mamma over je sprak
Maakte dat diep binnen in mijn een muur brak
Want al zag ik je dan niet meer
In mijn gedachten was je des te meer
Bij mijn huwelijk was je in mijn hart
Het was voor mij een hele nieuwe start
Eenmaal zwanger van Gavin hebben we nog gebeld
Maar jij kon me niet begrijpen, ik heb niets verteld
Steeds bij alle mooie en minder mooie dagen
Wist je een plekje in mijn gedachten te wagen
En nu, lig je daar
Je leven bijna klaar
Ik weet niet meer wat ik moet doen
Ik ben bang
Bang
Angélique, 5-7-2004
Pappa
In mijn dromen ben ik altijd bij je
In mijn hart draag ik je mee
In mijn gedachten leef ik met je mee
Ik weet hoe moeilijk het voor je is
Nu het einde naderbij aan het komen is
Je hebt je hele leven strijd moeten leveren
Steeds weer moest je wat inleveren
Je raakte je eerste dochter kwijt aan leukemie
Door omstandigheden konden wij niet meer naar je toe
Wat moeder met ons deed maakte ons kapot en te moe
Strijden doen we tot op de dag van vandaag
In ons hart lijden we met je mee en stellen ons de vraag
Wat kunnen we je nog geven in deze laatsten daag.
Je dochter
Angélique 6-7-2004
Bedrogen
Al vanaf mijn geboorte
Heb jij mij bedrogen
Je hebt nooit geen liefde gehad
Voor mij als een kleine schat
Je leugens waren zo'n deel van je leven
Dat wij daarin ook alles moesten beleven
Je bedroog je eigen man en kinderen
Maar het was nog niet genoeg voor jou
Je bedroog iedereen op je pad
Gebruikte iedereen waarvoor je ze nodig had
Je koos je slachtoffers willekeurig
Zolang jij maar kon regeren
Je bedrog kwam nooit uit
Want niemand durfde je te weerspreken
Je was moeder van een modelgezin
Zo liet je ons aan de wereld zien
Maar ondertussen heb je onze jeugd gestolen
Ons vertrouwen beschadigd met al je eisen
Tot zelfs slaafs zijn geen optie meer was
En ook de sexualiteit een feit was
Je wilde dat je kinderen je slaafs gehoorzamen
Je wilde dat je man je blind zou volgen
Want alleen dan konden wij worden bedrogen
Bedrogen door een vrouw die zich moeder noemt
Je ging zo ver dat wij alleen mochten spreken
Als jij het daarmee eens was
Je ging zo ver dat je alle vriendschappen
in de kiem hebt verbroken
Je hebt ons jarenlang uitsluitend bedrogen
Je zogenaamde ziektes moesten ons het idee geven
Dat wij voor jouw moesten zorgen ipv andersom
Dat wij liefde moesten geven zonder te nemen
Je beschuldigingen over je eigen kinderen
Om zo je doel te bereiken
Om totale macht te verkrijgen
Over je eigen gezin
Uiteindelijk heb je jezelf bedrogen
Niemand komt je meer onder ogen
Niemand meer luistert naar je zieke verhaal
Nu spreken wij een heel andere taal
Bang als je ons had gemaakt
Met je oorlog zo psychisch
Zo uitgekiend
Maar nu heb jij verloren
Ik haat je niet meer om wat je deed
Ik haat alleen waarom je het deed
Waarom je de grenzen van het toelaatbare overschreed
Rest mij nog een vraag
Wanneer krijg ik rust?
mei 2004
Koorts
Een
dag zonder begin
Een dag zonder einde
Alles even heet
Alles even koud
Steeds maar weer dorst
Alsmaar drinken voor de dorst
Wanneer lust ik weer eten?
Wanneer ben ik weer een mens?
juli 2004
Dag Zomer
Dag zei de zomer
Hallo giert de wind
Kijk mij zegt de zon
Nee, mij zegt de wolk
Rust en kalmte worden verstoord
Steeds meer onrust word gehoord
Kijk om je heen en zie de zomer gaan
Dan weet je dat de herfst weer gaat
Kleuren aan de bomen
Kleuren nog in de zon
Tot de wind zal komen
Dan is het stil
De winter is gekomen
21-9-2004
Natuur
Het leven is als de natuur
In de lente is het begin van je leven
Daarin kun je de meeste lol beleven
Maar je moet er ook het meeste leren
En dat gaat niet zonder kleerscheuren
Zodra de zomer is aangekomen in je leven
Weet je dat er meer is dan jezelf om voor te leven
Dan leer je ook om anderen te leren leven
In de herfst mag je de vruchten plukken
Van een vruchtbaar en liefdevol leven
Dan mag je genieten van alles dat je hebt gedaan
En dan komt tot slot de winter
Door de koude wordt je leven geveld
Verdriet is er bij hen die van je houden
Maar weet dat je altijd in hun hart
Jouw plaatsje zal behouden.
Angélique, 21 september 2004
Vechten
Geen gevecht was je te veel
Je wilde alles, ook al zag je niet veel
Vaak waren wij jouw ogen
Maar het liet je niet stilstaan
Je bleef actief in en om huis
In verre vakanties was de caravan thuis
Wandelen in de bergen
Over richels en watervallen
Maar ook thuis hielp jij ons
Met het leren van vele dingen
Al dat moois is nu in mijn gedachten
Herinneringen geliefkoosd door mijn hart
23 september 2004
Verdriet
Heel diep in mezelf
Ben je een deel van mij
Wie ben ik zonder jou
Wie ben jij zonder mij
Tranen laten je niet gaan
Mijn adem laat je niet gaan
Ik weet ik moet
Maar wie ben ik dan
Zonder verdriet
Angélique, 29 september 2003
De reis van het leven
Begon voor mijn vader aan de zee
In Monster bij Den Haag
Hij reisde verder naar Drenthe mee
En vond daar zijn geliefde op de hei
De reislust begon op Vlieland
Ging verder naar het Teutenburgerwald
België en Luxemburg, toen was 't hek van de dam
Je wilde meer zien en verder kijken
Dus ging je naar de Alpen uitwijken
Eerst was er de liefde voor Oostenrijk
Daarna werd ook Zwitserland verkend
Toeren met de caravan langs bergen en dalen
Eerst gewoon, later met de caravanclub
Je voorliefde voor reizen was een ware passie
Dus toen het eenmaal kon wilde je meer
We gingen Scandinavië verkennen
Van de boot tot de Noordelijke IJszee
Een geweldige reis om nooit te vergeten
Daarna weer prachtige reizen
Naar Zwitserland en Oostenrijk
Zo was je de koning te rijk
Daarna bleef de caravan jullie leven
Ook als de reizen in Nederland bleven
Zelfs tot voor kort genoot je in de natuur
Van deze mooie reis voor het leven
Rust zacht in de hemel, ik houd van je
Angélique, 2-10-2004
Het verlicht mijn gevoel van binnen. |
|||||||||||
Papa
|
|||||||||||
Afscheid nemen van jou
|
Het is nu 18 jaar geleden. Ik denk vaak aan je. Zeker nu we Allerzielen en Allerheiligen naderen. Sinds ik samenwoon in Sveg heb ik mijn gewoonte weer hervat. Want nu kan ik wel over jou praten. Dit is het begin van hoe ik nu eindelijk jouw dood een plaats kan geven. De komende tijd zal ik de Minneslund bezoeken en dit hoofstuk sluit af bij de kerkdienst met Allerheiligen. Dan zal ik ook kaarsjes branden voor jou en een aantal anderen.