Na een heel heftige periode voor ons gezin begonnen eigenlijk al in 2008 gedachten te ontstaan om toch maar weer eens echt met vakantie te gaan. De opnames van zowel Glenn als Gavin waren zowel een verlossing als ook een loodzware belasting. Ook het ongeluk van mijn man zorgt nog altijd voor een hoop regelwerk. Nooit is er echt een moment van rust. Ik probeer die rust te zoeken in mijn vrijwilligers werk. Sinds enige tijd ben ik nu co-voorzitter van het Gehandicapten Platform en dat geeft mij in ieder geval wat momenten dat ik van huis kan gaan en even niet aan ziek zijn hoef te denken.
De vraag waarheen werd eigenlijk snel opgelost. En zo gingen we in de winter van 2008 de kerst in Zwitserland vieren. Een succes voor de kinderen maar geen rust voor mij want we kunnen door het gesteggel uiteindelijk maar 1 week gaan in plaats van 2. Dus besluit ik dan eigenlijk direct dat de zomer dan toch weer Giornico Tessin gaat worden en ook die voorbereidingen geven mij weer een boost. Ik kan weer even vooruit.
Al met al zou deze reis een reis worden met vele kanttekeneningen. Een reis die ik helaas om de verkeerde zaken moeilijk kon vergeten, maar nu zie ik wel in dat het goed is dat ik het opschrijf en dat ik het los kan en mag laten. Eindelijk wordt het tijd van mijn foto's te genieten.
Foto's bijbehorende bij dit verslag zijn hier te bekijken:
In verband met de bouwvak is het kiezen van de juiste route een heel gepuzzel. Niemand wil in de file staan en daarom kiezen we voor een route die over de linksrheinische autobaan naar Karlsruhe gaat. Maar juist daar begint de ellende. En dus gaan we al vroeg van de autobaan af.
We rijden dan binnendoor naar de Schwarzwalderbäderstrasse en zien op diverse plaatsen de enorme files op de autobaan. Wij hebben dan wel een lagere snelheid, maar wij hoeven in ieder geval niet in de warmte niet in file te staan.
In Zwitserland rijden we sowieso geen autobanen. Dus gaan we rustig naar het zuiden. Onderweg nemen we de sleutels in ontvanst van ons huisje om daarna aan alle files op de A2 voorbij te rijden op weg naar de Gotthardpass. We rijden niet de tunnel noch de nieuwe weg, maar we nemen de oude route over de Gotthard naar Airolo.
Wanneer we op de pashoogte van de Gotthardpass komen slaat het weer radicaal om. De top is gehuld in mist en we kunnen tenauwernood een aanrijding met een motorrijder voorkomen die ons blijkbaar helemaal niet heeft gezien.
We dalen heel voorzichtig af over de oude weg, maar om de een of andere reden wil dat niet vlotten. Het lijkt wel of we de postkoets voor ons hebben zitten. We moeten halverwege stoppen omdat anders onze remmen te heet worden. We laten alles gaan en dalen daarna rustig verder. Als we bijna beneden zijn zien we de postkoets welke onze afdaling bemoeilijkte.
Halverwege de helling kwam er een waterig zonnetje te voorschijn piepen, maar het heeft weinig zin. De wolken massa's zijn te groot. Als we aankomen op de Alp Orsino is de zon inmiddels achter de wolken verdwenen. Grote dreigende wolken hangen meer naar het zuiden boven Biasca. Als dat maar goed gaat!
We hebben net de belangrijkste spullen van de auto naar het huisje over gebracht als uit die dreigende wolken een regelrechte wolkbreuk losbarst. Snel sluiten we de auto af en gaan met wat spullen naar ons huisje.
De belangrijkste krat is die met levensmiddelen voor de eerste dagen en die is binnen. Dus ik kan meteen een lichte maaltijd bereiden. Daarna zijn de kinderen moe en hangerig dus maak ik de bedden op en verdwijnen zij naar hun slaapkamer.
Niet veel later is het stil boven. Ik ga nog even kijken en daarna maak ik ons bed op. Mijn man is dan al diep in slaap op de bank. Ik was af en pak een boek en kruip in een stoel. Dit is niet helemaal wat je verwacht van een vakantie in Tessin, maar het is heerlijk om zo even de tijd te krijgen om eindelijk tot mezelf te komen. Niet lang daarna komen als vanzelf de tranen.
Tranen van opluchting, maar ook van frustratie. Al zal ik dat pas veel later onderkennen. Ik probeer tot rust te komen en blij dat de eigenaar even belt hoe het is gegaan. Of we zonder problemen op de Alp zijn gekomen. Ik vertel hem van de enorme files waar we aan voorbij gereden zijn en dat het voor ons welliswaar niet zo snel ging, maar harmonieus. Behalve de afdaling naar Airolo. Met het huisje is alles in orde. Ook de welkomstboodschappen hebben we gevonden. Dat was echt wel fijn om te ontdekken dat hij daaraan had gedacht.
Regenwolken begeleiden ons de eerste dagen op de alp. De kinderen spelen met de playstation nadat we benzine gehaald hebben voor de generator. Zelf kruip ik weg in een boek. Om het een beetje warmer te krijgen maken we wel de openhaard aan. Dat geeft zowel warmte als wat extra sfeer.
Regen op het raam wekt me al vroeg. Ik kan niet meer slapen. Dus dan maar naar beneden. Hoewel ik gisteravond vroeger naar bed was gegaan is er niet gedaan beneden. Niet eens de afwas. Dus die dan maar eerst.
Ik voel me helemaal niet jarig. Verdrietig denk ik terug aan 3 jaar geleden. Toen werd mijn man 40. Ik had buiten zijn medeweten om een mooi feest voor hem georganiseerd. Ik had een advertentie in de locale krant geplaatst met zijn foto van toen hij 6 jaar was. Een spandoek hingen we 's morgens vroeg op voor hij wakker werd. Maar hier is niet eens aan mij gedacht lijkt het wel.
Het duurt lang voor de anderen wakker worden. En dat is dan als tegen half elf de geiten op de alp komen. Hun bellen wekken zowel mijn man als de kinderen. Ze zijn verbaasd dat ik geen ontbijt heb klaar staan. Ik reageer er niet anders op dan dat ze zich een boterham kunnen maken. Voor het gemak vergeten ze ook gewoon om mij te feliciteren. Zo had ik me mijn 40ste verjaardag niet voorgesteld.
Het weer heeft dezelfde gevoelens als ik, tranen stromen uit de hemel. Ik ga na de lunch een poosje op bed liggen en opnieuw kan ik de tranen niet binnen houden. Ik huil stilletjes. Ik weet dat er toch niemand op reageert. Dat heb ik in de afgelopen 14 jaar wel geleerd. Als er al een jublieum gevierd werd, dan was dat geheel en al mijn inzet. Pas als ik weer beneden gedoucht mijn boek op pak wordt er voorgesteld om maar wat te eten. Dus geen restaurant zoals ik had gehoopt. Ik laat het gaan. Hij kookt maar.
Pas in de avond verandert het weer maar niet mijn humeur. Ik ga naar bed en hoop dat ik deze dag snel kan vergeten.
Klokslag 9:00 u. De weersvoorspellingen zijn voor het Leventina nog steeds niet helemaal geweldig dus na het ontbijt neem ik de jongens mee naar de waterval. Ik probeer mijn teleurstelling van gisteren achter me te laten en ga het gezellig maken met de kinderen en de hond.
De zon laat zich vandaag volop zien, maar echt vertrouwen doe ik het nog niet. De jongens zien het gevaar niet en gaan er volop voor in hun nieuwe zomerkleren. Het werkt aanstekelijk.
De strak blauwe hemel boven Alp Orsino brengt inderdaad mijn stemming weer waar hij moet zijn. We wandelen in een rustig tempo naar de waterval vlakbij. De jongens willen eigenlijk naar de grote waterval, maar dat is een heel eind verder lopen. Wel door het bos korter, maar dat bewaren we voor een andere dag.
De kleuren van het frisse groen, de vlinders, de vogels, de salamanders, het geeft me een heleboel energie.
Als we terug komen dan begint mijn man erover om dan maar vandaag mijn verjaardag te vieren. Au. Dat had ook anders gekund. Maar goed, ik stem er mee in en zo bepaal ik dan dat ik mijn "40-ste" verjaardag zal vieren daar waar ik ook mijn "1-ste" heb gevierd. Namelijk aan de rivier de Verzasca in het Valle Verzasca. We hebben reeds in 2007 bij de camping in Gordola gekeken. Dat is nu gewoon al vele jaren een lege gigantische weide lanen en bomen. De camping in Gordola is al vele jaren gesloten als we naar de staat van de gebouwen kijken. Triest. Ik heb dus geen behoefte om daar nog eens heen te gaan. In ieder geval niet nu.
We kunnen vanaf Alp Orsino niet rechtstreeks naar het zuiden of naar Giornico. De reden is dat de helling onbegaanbaar is en er geen mogelijkheid tot het aanleggen van een weg is. Er is een wandelpad dat rechtstreeks van Alp Orsino naar Giornico loopt, maar dat bestaat uit vele honderden uit de rots gehakte traptreden en dat was niet echt een weg voor mij op krukken.
Dus is de enige andere optie om rond te rijden. En dan wanneer we Gionico naderen van dit uitzicht op de A2 en de bergen boven de Alp te genieten. Hoewel het achter ons inmiddels bewolkt is aan het Gotthardmassief, hebben we hier een bijna strak blauwe hemel met hier en daar een wolkje.
We zakken af naar Biasca om vervolgens richting het Lago Maggiore te rijden. Er zijn talloze plaatsen waar ik naar hartelust zou kunnen fotograferen maar mijn man merkt het niet en ik volsta met wat beelden vanuit de rijdende auto. Mijn verdriet verbijtende dat hij na al die jaar nog steeds niet inziet dat ik graag wil fotograferen.
Als ik dan het riviertje de Verzasca weer zie, dan springen er tranen in mijn ogen. Ik heb zoveel "vertelde" herineringen aan dit dal en dit riviertje dat ik in mijn hoofd mijn vader hoor praten. Ik slik en wil er even niet bij stil staan dat ik mijn vader heel erg mis. 5 Jaar geleden overleed hij aan borstkanker. Gelukkig nadat we nog enkele hele waardevolle gesprekken hebben gehad.
Ik zoek naar een plaats waar we kunnen rusten en rondkijken, maar het is een ramp. Vanwege het slechte weer aan de Alpenzuidzijde lijkt het wel of iedereen vandaag op weg naar dit zonnige dal is en overal, maar dan ook werkelijk overals staan auto's geparkeerd. Van kleine gezinsauto's tot grote Ferrari's!
De moed zakt me haast in de schoenen vooral als ik al snel zie dat de horeca wel gesloten lijkt te zijn vandaag. In ieder geval de eerste restaurants en café's die we passeren zijn vandaag gesloten. Het lijkt wel of men van de Nationale Feestdag 1 augustus een feestweek gemaakt heeft.
Gelukkig kunnen we even aan de kant komen met de auto in Vogorno. Vogorno ligt aan het Lago di Vogorno, een stuwmeer dat het water van de Verzasca opvangt. Het dorpje telt ca 300 zielen (272 in 2016) en die lijken nu allemaal ofwel in slaap ofwel ergens anders.
Het dorpje wordt in 1234 voor het eerst in historische documenten genoemd! Een jaar later 1235 wordt het als zelfstandige gemeente erkend. Tot 1822 hoorde ook Corippo tot de gemeente Vogorno. Corippo is bekend om haar kerk San Bartolomeo welke in 1235 werd gebouwd. Het is een prachtige kerk, maar ik verwacht daar absoluut geen horeca dus waag ik het niet om voor te stellen daar nu te gaan kijken.
Er is geen mens te bekennen. Dat geeft mij de kans om gelijktijdig dat ik naar een café of restaurant zoek dat open is wat te fotograferen.
De prachtige oude huizen inspireren mij enorm en vooral de bergen op de achtergrond geven het nog iets speciaals. Sommige huizen zijn niet geplasterd en daar zie je goed hoe ze ooit gebouwd zijn met stenen uit de omgeving. De daken gedekt met met leistenen in plaats van met gebakken pannen.
Nu begrijpt met het begrip rustico ook wat beter. Dit is echt rustgevend. De oude huizen stralen diepe rust uit, maar het vult de maag niet! Noch lest het onze dorst. Was ik iets te overmoedig om weg te gaan zonder eten of drinken? Het lijkt er wel op.
Helaas raakt het geduld van mijn man op en moeten we verder op zoek naar een plaats waar we en kunnen parkeren, en kunnen eten en drinken. De jongens worden hangerig van de dorst en wellicht ook van de honger.
Langzaam rijden we verder in het prachtige dal. Ik ben er nog altijd verliefd op. Alleen ik heb een beetje de pest in dat het zo verschrikkelijk veel toeristen trekt, maar ik kan dat aan de andere kant ook wel weer begrijpen. Voor mij krijgt het Valle Verzasca zijn charme terug in het voorjaar en najaar. Hopelijk kan ik die droom ooit verwezenlijken.
Hoewel we een aantal prachtige kijkjes hebben op de Verzasca komen we nergens met de auto aan de kant. Tot we Lavertezzo bereiken waar we eindelijk, ook nog recht voor een restaurant, de auto kunnen parkeren. Hier is het zo druk dat het restaurant wel open moet zijn. Hoewel ik er natuurlijk wel bij moet zeggen dat het niet zo gebruikelijk is om rond 14:00 op zoek te gaan naar een restaurant in een gebied waar men eigenlijk siësta houdt tussen 14 u en 17 u.
Lavertezzo is als dorp in zijn geheel een beschermd dorpsgezicht en valt onder de "Bundesinventar der schützenswerten Ortsbilder von nationaler Bedeutung der Schweiz (kortweg ISOS)".
En inderdaad, Ostaria Vittoria, is geopend en er is ook nog eens plaats aan de rand van het terras in de schaduw en luwte. Als ze zich verontschuldigd dat het lang kan duren voor het eten komt, ben ik diep in mijn hart blij. Dan heb ik tenminste de tijd om rustig om me heen te kijken. Om haar ligging hoog in het Verzascadal zal ik haar ook bij de berghutten opnemen.
We hebben volzicht op de Pfarrkirche Santa Maria degli Angeli. Het ruizende water van een bergbeek langs het terras is een heerlijk geluid op deze inmiddels warme zomerdag. Ik ben blij met de heerlijke schaduw op het terras van het Ostaria Vittoria.
Lavertezzo ligt op de linkeroever van het riviertje de Verzasca. Het dorpje nodigt uit tot fotograferen, of u nu een amateur bent of een prof, u zult onmiddellijk rijken naar uw mobiele telefoon of camera. Het is gewoon een betovering.
Vanaf ons terras hebben we prachtig uitzicht op de 15-de eeuwse kerk, Pfarrkirche Santa Maria degli Angeli. Met een beetje geluk weerspiegelt de kerk zich in het kristalheldere bergwater. In de 19-de eeuw werd de kerk herbouwd en sindsdien is ze de enige barokkerk in de Valle Verzasca.
Ten oosten van Lavertezzo bevinden zich nog steeds enkele onbewoonde zijdalen, te weten Pincascia, Carecchio, Agro en Orgnana. Ook goed om te weten dat er inmiddels een goed gemarkeerd wandelpad is aangelegd langs de rivierbedding van de Verzasca.
Maar naast de barokke Santa Maria degli Angeli is Lavertezzo om nog iets beroemd. De Ponte dei Salti. Deze brug werd in de 17-de eeuw gebouwd over de rivier. De stenen brug rust op een pijler midden in de rivier welke staat op een enorm rotsblok. Twee bogen verbinden de oevers.
De rivier heeft hier prachtige patronen uitgesleten in de rotsen en juist daarom bezoeken veel mensen Lavertezzo. Bij fotografen is dit een zeer favoriet onderwerp in de Valle Verzasca.
Er zijn zoveel mooie gebouwen waar ik wel naar wil kijken dat ik weet dat ik tijd te kort kom. Jammer maar helaas. Ik maak dus zo veel mogelijk foto's zodat ik in ieder geval thuis nog wat heb om na te genieten.
Veel te snel al weer wil mijn man terug naar ons huis op Alp Orsino. Ik merk dat de jongens net als ik wel een poosje aan het water zouden willen zitten in Lavertezzo, maar het ongeduld van mijn man dwingt me om een ander besluit te nemen. Ik wil niet boos worden op deze mooie dag en dus neem ik het voor lief. Ik ben eruit in ieder geval op uit geweest, al was het dan niet mijn echte verjaardag.
Ik zou het liefst zo rustig mogelijk naar huis rijden, maar die droom valt al snel in duigen. Mijn laatste redmiddel is boodschappen gaan doen in Bellinzona. Ik moet dan wel alleen de winkel in, maar dat maakt me even niet uit. Ik kan niet direct als een idioot terug rijden naar ons huisje. Ik moet gewoon kunnen genieten.
Ik begrijp niet hoe je hier niet van kan genieten. Het is lariekoek dat de kinderen terug willen. Die hadden net zo lief een tijd in het water gespeeld. Maar ja, het is niet anders en ik kies ervoor om geen ruzie te maken. Ik wil alleen ervoor zorgen dat ik ook mijn rust krijg. Al moet ik daarvoor bijna een uur door een Migros slenteren.
Voor mij is het een doodzonde om slechts anderhalf uur in de prachtige Valle Verzasca te spenderen. Deze vallei verdient gewoon veel meer aandacht. Zeker hogerop, maar dat zit er al helemaal niet in. Jammer genoeg.
De worstjes die ik in mijn winkeltocht heb gevonden gaan direct op de bbq als we terug komen op Alp Orsino. Dat geeft nog een beetje sfeer aan de dag. Ik merk wel dat iemand er niet blij mee is, maar dat kan me even niet schelen. Het is mijn dag!
Na het eten besluit ik om de afwas de afwas te laten en met de kinderen de hond uit te gaan laten. Er is een groot veld beneden op de Alp en daar kan de hond heerlijk rennen. De mensen ernaast zijn er niet dus we hoeven met niemand rekening te houden. Terwijl Glenn met de hond speelt ga ik wat foto's maken om ook wat leuks te doen te hebben.
Vandaag vroeg opgestaan om de was te doen. De jongens slapen als een roos hier en gisteravond hebben ze nog een paar uur met de Playstation mogen spelen. Het geluid van de generator heb ik maar even voor lief genomen. Het is ook voor hun vakantie.
Nadat ik had gedoucht besefte ik dat door het slechte weer de eerste dagen veel handdoeken vuil waren geworden ook de kleren. Dus dan maar even op ouderwetse wijze wassen. Ik heb mijn tupperware emmer en daar gaat de was in, de deksel erop en rollen maar. Gaat fantastisch en scheelt mij heel veel werk en het is nog leuk ook. Glenn is de eerste die wakker wordt en mij wel wil helpen rollen. Dus dan gaat het nog vlugger.
Nog voor de klok 12 slaat hangt alles buiten in de zon te drogen. Best trots op ons. We brunchen buiten en besluiten dan dat de we naar de grote waterval gaan met de auto. Daar kunnen de kinderen dan vanmiddag spelen in de waterval. Ik ben daar niet zo'n fan van, want dat water is gruwelijk koud en komt direct van de gletscher af op de Cima Bianca!
Vandaag zijn de geiten er weer en helaas al heel erg vroeg. Ik sluit de ramen zodat de rest door kan slapen, maar zelf ga ik maar met Manga even wandelen en daarna het ontbijt voorbereiden. Na de wandeling legt Manga zich lekker in de tuin waar het ontbijt ook klaar staat.
Ik ben een beetje gefrustreerd dat ik elke ochtend hier in mijn eentje zit. Ik heb al uren geleden gegeten voor er ook maar iemand me gezelschap komt houden. Natuurlijk geniet ik er met volle teugen van want het uitzicht is magnefiek hier. Zo nu en dan komt er een wandelaar voorbij en dat is ook wel gezellig.
We hebben het erover gehad om vandaag nog eens naar het Valle Malvaglia te gaan. Daar zijn we in 2007 ook al eens geweest. Het is niet ver rijden en het is er heel erg mooi. Het ligt in feite hemelsbreed precies achter de berg waar ik nu tegenaan kijk. Met de auto moeten we echter omrijden via Biasca.
De 3 Gotthardroutes
In Giornico is een prachtige combinatie te zien van alle 3 de Gotthardroutes. Helaas is ene niet meer volop in gebruik door de ingebruikname van de Gotthardtunnel in 2017. Maar de oude baan ligt er gelukkig nog wel en er is nog wel beperkt verkeer dat erover gaat.
De nieuwste van de 3 zien we hoog boven Giornico, dat is de autobaanbrug van de A2. Deze weg is gebouwd lang nadat de andere twee gebouwd zijn.
De spoorlijn die hier bij Giornico door diverse keertunnels moet om af te dalen naar Biasca zien we op 3 keer op deze foto. De kantonale weg 2 keer. De kantonale weg is de oudste Gotthardroute, maar ik vind de spoorlijn de meest spectaculaire route.
Bodio
Vaak is dit de winkel waar we onze boodschappen halen. Voor de Migros moeten we naar Biasca en daar is parkeren niet echt gemakkelijk. Dus is deze Coop voor ons ideaal. Een ruim gesorteerde winkel en vooral veel gratis parkeerruimte.
Het stoort me geweldig dat we nooit voor de middag wegkomen. Ik ben de enige die in de ochtend de zon ziet opkomen en alleen zit te ontbijten. Zo kunnen we nooit eens op een normale tijd ergens lunchen of dineren. Soms vraag ik me af hij het erom doet.
Maar het heeft geen zin dingen te forceren dat heb ik inmiddels wel door. De vragen blijven in mijn hoofd spelen als ik wat flessen water en limonade koop.
Het Val Malvaglia is eenvoudig te bereiken. Ofwel vanuit Tessin dan gaat men in Biasca de Lukmanierpas op en bij het dorpje Malvaglia slaat men rechtsaf naar het Val Malvaglia. Ofwel u komt uit het noorden over de Lukmanierpass en rijdt door tot u bijna in Biasca bent. In het dorpje Malvaglia slaat u linksaf.
De weg het Valle Malvaglia in is erg smal. En dat betekent dat we goed op moeten passen op tegenliggers. We zijn nu eenmaal wat groter dan een gemiddelde personenauto met onze Hyundai bus. Maar alles gaat perfect.
In de tunnel geven we wel even een Duitser voorrang ook al komt hij naar beneden en gaan wij omhoog. Hij raakt volkomen in paniek als hij bedenkt dat hij achteruit terug moet. Helaas is het een heel eind terug maar ik loop even mee om eventueel achteropkomend verkeer te kunnen waarschuwen, maar we hebben geluk. Daarna langs de inmense stuwmuur van het stuwmeer Bacino di Val Malvaglia.
We voelen ons zo nietig en klein als we onder aan de muur komen. Met een paar slagen zijn we boven en lijkt het niet meer zo groots als vanaf beneden gezien. Eenmaal in Anzona kunnen we niet geloven dat het stuwmeer zo groots heeft geleken op weg hierheen. Het ligt als een vennetje tussen de bergen als het ware, maar dat is zoals je wel begrijpt gezichtsbedrog.
Als de jongens het stenen strand zien waar het stuwmeer begint willen ze graag even met het water spelen. Ach waarom ook niet. We parkeren de auto en laten de jongens even ravotten. We houden Manga wel aan de lijn want hij begint water leuk te vinden en ik wil niet dat hij in een stroming terecht komt.
De jongens proberen torens te bouwen met de stenen die er liggen maar dat is nog niet zo gemakkelijk als dat de voorbeelden die er staan eruit zien. Hoewel hun werkzaamheden geen torentjes worde hebben ze in ieder geval een hoop plezier.
Ik zoek een plekje in de schaduw om te genieten nadat ik wat foto's van de omgeving heb gemaakt. Het is niet zo warm hier als in het Valle Verzasca. Dat komt omdat dit dal heel anders gelegen is. Zelf vind ik het wel prettig dat het niet zo warm is. En de jongens, ach ik geloof niet dat die het merken.
Maar na een tijdje gaan we dan toch verder want we willen straks in Dandrio ook nog wat drinken en dan wellicht in Biasca wat eten als we weer op de terug weg zijn. Eenvoudig is het niet om de jonges bij het water weg te lokken, maar als we alles inpakken komen ze toch al heel snel.
Hoewel we hier en daar wat huizen passeren is in deze vallei geen permanente bewoning. De weg die we nu rijden is in de winter afgesloten. Er zijn wel wat chalets die in de winter verhuurd worden, maar die zijn via een gondel vanaf de Luk manierpasweg te bereiken en niet via de weg.
Skiën in het Val Malvaglia is dus alleen buiten de pistes en dat vraagt absoluut om grote ervaring om en niet te verdwalen of te verongelukken. Voor de winterervaring is gebruik van een berggids geen overbodige luxe.
Hoewel er dus een stuwmeer is, en er dus ook aansluiting is op waterkrachtcentrales is er in het Val Magvalglia nergens electriciteit. Iedereen heeft hier zonnepanelen en koken doet men op hout of gas.
Het is zo druk in Dandrio dat we besluiten om eerst wat door te rijden om nog wat meer van de bergen te zien.
Eigenlijk mag je niet verder dan Dandrio met de auto. Maar nadat ik even heb gepraat met iemand die hier woont krijg ik zijn vergunning mee om verder door te kunnen rijden. Heel dankbaar leg ik die voor de voorruit.
We zoeken een plekje voor de auto. Nu is er wat meer plaats, waarschijnlijk ook omdat het inmiddels tussen lunch en dinnertijd is. De jongens mogen een ijsje, maar ik hoop dat ik niet te veel beloofd heb, want ik zie nergens kinderen met een ijsje.
We gaan op het terras zitten en ik probeer duidelijk te maken dat we ook graag een ijsje willen. Ze begrijpt ons niet, maar vraagt me mee naar binnen te komen. Daar snap ik wat het probleem is. Ze hebben wel ijs, maar geen verpakt ijs. Dus kies ik de favoriete smaken van de jongens en kom terug met een ijsje voor iedereen.
Vandaag kijk ik gemakshalve niet wat het kost, maar uiteindelijk valt het cafébezoek nog mee in vergelijking wat ik elders betaald heb. En dan echt handgemaakt ijs, waar krijg je dat tegenwoordig nog? Hoe krijg je het klaar in die warmte en alles met slechts zonneenergie of gas.
We bespreken wat we nog meer gaan doen en nu wil ik gewoon rustig de tijd hebben om rond te kijken. Helaas gaat er in eerste instantie niemand met me mee. Maar later komt Gavin dan toch nog met de hond om me gezelschap te houden. Samen wandelen we rond en maken we foto's van de authentieke Italiaanse huizen en Zwitserse chalets. Het is te merken dat dit gebied wisselend onder Italiaans en Zwitsers bestuur heeft gestaan.
Als mijn man weer terug naar de alp wil, willen de jongens dat duidelijk niet. Na wat voetballen op het veld achter de parkeerplaats besluiten ze dat ze eigenlijk nog een tijdje in het water willen spelen bij het stuwmeer.
Dan eerst nog maar een ijsje extra, want tot thuis is er weinig te kopen zonder eerst de stad Biasca in te moeten. We zakken af naar het stuwmeer en daar kunnen de jongens naar hartelust met water en stenen spelen.
Hoewel het altijd een gevarenzone is, kun je aan de instroom zijde van het stuwmeer hier heel fijn aan en in het water spelen. Ook de hond is helemaal door het dolle heen en gaat lekker afkoelen in het water.
Het is uiteindelijk al laat voor ons doen voor we weer richting onze Alp gaan. Maar niet voordat ik nog wat heb geexpirimenteerd met mijn fotocamera.
We hebben gisteren een pizza gekocht maar hadden geen puf meer die te bakken. Dus is die tot vandaag blijven liggen. Maar nu, hoe bak je een pizza zonder oven?
Die vraag speelde toch wel een heel tijdje door mijn hoofd. Vooral omdat het ook geen kleintje is die je zo maar even in de koekepan legt.
Als de jongens met de playstation gaan spelen start ik de generator en besluit ook wat rond te kijken in de kelder. Je weet maar nooit. En waarempel. Ik vind iets dat bruikbaar moet zijn om de pizza op de bbq te bakken. Of het er ook voor gemaakt is weet ik niet, maar ik ga het in ieder geval proberen.
Omdat een pizza aardig wat hitte nodig heeft maak ik een extra grote portie houtskool en briketten aan in de bbq. Dit moet lukken, mislukkingen worden vandaag niet geaccepteerd!
Het duurt allemaal iets langer dan verwacht. Maar dan is de BBQ dan toch heet, erg heet. De vleesthermometer wijst al snel 180 graden aan wanneer ik hem boven de bbq houdt. Dit moet lukken!
Het duurt welliswaar wel wat langer dan in een oven maar na 45 minuten hebben we dan toch een heerlijke pizza op tafel staan die niet te versmaden is.
AANVALLEHH
Ik hoef het niet te zeggen, ze zijn er klaar voor. De pizza verdwijnt als sneeuw voor de horizon en daarna rest ons alleen de laatste worstjes van gisteren die we nog kunnen opwarmen. Die gaan erin als koek en daarna is iedereen weer verzadigd.
Ik neem geen camera mee als we met z'n allen gaan wandelen met de hond en dat is dus een grote fout. Gelukkig hebben we jonge benen bij ons en de jongens rennen snel terug om mijn camera te halen! We zijn getuige van een helicopter actie op de Alp!
Het gaat allemaal heel snel maar ik slaag erin het toch vast te leggen.
Inderdaad, na de laatste foto op 7 augustus liet het weer ons inderdaad in de steek. Een fikse onweersbui hield ons de halve nacht wakker en de hele volgende dag was het een hele trieste bedoening met vele korte maar zeer heftige regenbuien.
Het is niet te geloven maar vandaag zijn we dan echt voor 10 u in de ochtend op weg om de hond uit te laten en de kinderen in de grote waterval te laten spelen.
Ik snap bij God niet hoe ze in dat ijs maar dan ook ijskoude water willen zijn, maar het deert hun niet. Ook Manga durft nu in het water en omdat hier geen gevaar is mag hij los. Hij springt in en uit het water dat het een lieve lust is.
Nu mijn man bij de kinderen is kan ik een klein eindje lopen op mijn krukken en ik vind nog wat leuke dingen om te fotograferen. Ik zou graag mijn macro echt uitproberen, maar dat gaat me hier niet lukken. Toch krijg ik nog wel wat ienimini zaken leuk vastgelegd. Ten 12 uur gaan we terug om de hongerige monden te voeden.
Na de middag ga ik toch maar wat wandelen met de kinderen en de hond. Het kost me veel pijn en moeite, maar ik moet eruit. Ik kan niet de hele tijd liggen slapen op een veldbed of in mijn bed. Het is drukkend warm en we hebben kans op een flinke onweersbui, maar het houd me niet tegen.
Al gauw ontdekken we paarden in de wei vlakbij en daar zijn de kinderen op afstand helemaal weg van. Ook Manga. Die trekt zich niets aan van het schrikdraad en gaat ze gewoon bezoeken. Hij is heel rustig en de paardjes vinden zijn bezoek niet erg want ze besnuffelen elkaar meerdere keren.
Het veulentje en Manga beginnen dan te rennen door de wei tot het veulen het welletjes vindt en weer zijn mamma op zoekt. Ik merk dat ik weer kan genieten van dit ongedwongen dierengedrag. Ook mijn hersenen kunnen even op nul en gewoon genieten!
Oei oei wat een regen. Ik word al heel vroeg in de ochtend wakker als de regen op het dak slaat. Snel sluit ik de ramen op de slaapkamers en kruip terug mijn bed in. Het geluid van de regendruppels brengt me weer in slaap en voor het eerst kan ik een keer uitslapen tot 10 uur.
Ik maak ontbijt klaar in de keuken en zoek de weersverwachting op mijn telefoon. Die is triest, intriest. Dit wordt een dag van lekker binnenblijven, de haard aanmaken en dan maar wel het raam open omdat het anders te warm wordt.
We hadden vlees voor de bbq gekocht en besluiten dat we dat hoe dan ook gaan eten en op de bbq. Het is dus mijn man die in de regen de bbq mag aanmaken en het vlees mag braden. Het smaakt er absoluut niet minder om.
Zo nu en dan mogen de kinderen TV kijken of met de playstation spelen. Tussendoor doen we een bordspel dat we hebben gekregen. Al met al is het toch wel gezellig vandaag.
Liefde in de tuin. Maar in mijn hart is het koud en kil. Vannacht na een fikse ruzie dus absoluut niet geslapen. Als de zon op komt zit ik al uren buiten. Ondanks de regen van gisteren is het al vroeg weer warm, maar het drukkende is eraf. Gelukkig, want dat kan ik er vandaag dus niet bij hebben.
Ik pak mijn camera en wat drinken in een rugzakje en ga er een poosje tussen uit. Ik heb echt geen zin in dit gedoe elke keer weer. We zijn met vakantie en toch de hele tijd, ik heb geen zin. Waarom? Waarom, omdat we hier niet dagelijks komen. Omdat er zo veel moois te bekijken valt. Maar er is gewoon geen interesse.
Vaak heb ik me afgevraagd of ik er goed aan heb gedaan om in Nederland te blijven, had wellicht toch beter kunnen vertrekken zoals ik had gepland. Dat is echter allemaal achteraf bezien. Ik probeer mijn verdriet los te laten door aan de andere kant van de waterval te gaan fotograferen. Voor het eerst leg ik geen briefje neer, Ik neem Manga mee en samen gaan we er even tussenuit.
Klaarblijkelijk werden we toch gemist. Ik kan het haast niet geloven, maar toch lijkt het enig effect gesorteerd te hebben dat ik nu toch maar eens heb laten voelen dat een vakantie voor mij niet op een stoel gaan zitten en een boek lezen is.
Al 1 hele vakantie lang heb ik gevraagd om eens te gaan kijken aan de andere kant van het dal. We zien elke avond vele auto's omhoog rijden vanaf ons huisje. Ik weet dat er diverse dorpen liggen, maar ik heb geen idee hoe goed de weg aan de andere kant is. Er staan namelijk heel wat borden bij de ingang van die weg.
Nu is het dan eindelijk zo ver. Of mijn afwezigheid vanmorgen ermee te maken heeft weet ik niet, maar nadat we wat hebben gegeten gaan we met de auto naar de andere helling om daar eens te genieten van het zicht op Alp Orsino en Sacco.
Wie kan ik nog wel wat leuke foto's maken ook al komt onze helling al snel in de schaduw. Dat is het nadeel van onze kant. Na 16:00 u zitten we in de schaduw. Het garandeerd feitelijk wel dat we "koel" kunnen slapen. En lekker warm worden in de eerste zonnestralen. Terwijl we zien dat er aan de overzijde soms wel tot 11:00 u gestookt moet worden om het warm te krijgen in de ochtend. 's Avonds echter dan kunnen zij heel wat langer genieten van de warmte. Ach het is het een of het ander.
Eenmaal aangekomen in Anzonico sta ik er dan toch gelijk weer alleen voor. De excuses komen mijn nek uit en ga snel het dorp in met mijn camera. Eigenlijk zou ik niet zo veel moeten lopen, maar ik ben zo kwaad dat ik de gevolgen voor lief neem.
Het dorpje is prachtig maar ik durf niet naar boven te lopen. Dat is dan wel weer jammer. Hadden we dit met z'n allen gedaan dan had ik voorzichtig omhoog kunnen klimmen over de geasfalteerde straatjes zodat we er meer van te zien zouden krijgen. Helaas zit dat er niet in.
Tegenover het postkantoor, gelukkig gesloten nu, staat een bankje waar ik even kan rusten en mijn tranen laten stromen. Er komt wel een oudere dame langs die bezorgd is. Ik probeer in het Duits uit te leggen dat het wel mee valt. Dat ik geen pijn heb, nee, nog niet, maar dat zeg ik er niet bij. Dat het verdriet is.
Ze verstaat me wel maar spreekt geen Duits. Toch blijft ze even bij me zitten tot ik weer rustig ben en mijn tranen kan afvegen aan haar zakdoek. Dan ga ik maar weer op weg naar de auto.
Ook Anzonico is inmiddels toegevoegd aan de ISOS lijst voor beschermde dorpsgezichten in Zwitserland. Speciale aandacht krijgen daar de kerken San Giovanni Battista en de Capella di S. Antonio.
Anzonico heeft een lange geschiedenis die terug gaat tot 1126. De plaats werd toen als Ançonego in de geschiedenisboeken genoemd. Een eeuw later in 1229 wordt Anzonico als "Degagna", buurtgemeenschap, van Giornico genoemd. Het dorp hoorde tot de parochie van Giornico tot het in 1602 een eigen parochie oprichtte. Echter tot 1830 was men verplicht naar de moederkerk San Michelle in Giornico te gaan voor de processies.
Op 19 januari 1667 werd het dorp door een catastrofe getroffen. Een lawine vaagde in één klap de kerk, de kerktoren en talrijke huizen met bijbehorende stallen weg. In de lawine verloren in Anzonico 88 mensen hun leven.
De huidige katholieke kapel zichtbaar op de foto hiernaast, Capella di S. Antonio da Padova werd in 1867 gebouwd op een meer beschutte plaats in het dal op een van de zonnige terrassen waardoor het dorp bekendheid geniet.
De oude katholieke kerk San Giovanni Battista Decollato, welke volledig verwoest werd in de lawine, werd herbouwd in 1670 op een eveneens meer beschutte plaats, iets buiten het huidige dorp Anzonico. In 1404 werd de San Gionvanni Battista Decollato oorspronkelijk ingewijd als katholieke kerk en gewijd aan de heilige Johannes de Doper. De kerk is omringd door een kerkhof en bestaat uit een koor met zijkapellen. Het hoofdaltaar is met een kleine tempel verbonden. Het houten altaar links van de triomfboog is het werk van de locale kunstenaar Felice Rigoli welke het altaar maakte in 1791. De kruizigingsgroep is afkomstig uit het Italiaanse Milaan.
Anzonico behoorde om 1802 tot een van de 10 gemeenten in het Leventina welke stonden op een vereniging van het dal met Uri, in plaats van met het nieuw gevormde kanton Tessin. Op de zonnige terrassen rondom Anzonico staan de wijnranken in volle glorie. Wijnbouw is feitelijk niet mogelijk boven 700 m boven de zeespiegel. Vanaf 1850 ging het bergafwaarts met het dorp. In toenemende mate ontvolkte het dorp en tegenwoordig zijn vele oude rustico's omgebouwd tot vakantieappartementen.
Sinds 1 april 2012 hoort Anzonico tot de gemeente Faido.
Het eerste uitzicht op Alp Orsino krijgen we als we Cavagnaco naderen. Maar het is nog niet erg duidelijk. Ik denk dat we door moeten tot Sobrio om echt mooi zicht te krijgen op onze kant van het dal. Fotograferen is moeilijk vanwege de zon die nu pal tegenover ons staat. Maar misschien gaat het toch wel lukken om ergens een mooie foto te maken vanaf deze helling.
Dat er een paar wolkjes aan de hemel zijn is alleen maar meegenomen want het is weer erg warm vandaag. Toch lokt het mijn man niet echt uit de auto en dat vind ik dan wel weer jammer. Zelfs de jongens lijken hierdoor besmet te raken en tonen weinig interesse in hun omgeving vandaag.
De bron van de waterval dicht bij ons huisje is op de foto hiernaast goed te zien. Er liggen nog kleine schilfers witte sneeuw op de helling en dat is alleen maar omdat deze helling dus niet de hete zon overzich heen krijgt.
In Sobrio aangekomen probeer ik de mannen te motiveren om een stukje te wandelen. Dat gaat helaas niet naar wens en veel te snel zijn we al weer op weg naar de auto. Helaas, weer een mislukte dag.
Ik neem wel de tijd om te fotograferen, maar er is niets geopend waar we een hapje kunnen eten, dus ook dat plan valt in duigen. Er zit niets anders op dan maar te genieten zolang het kan.
Bij controle in 2018 zag ik dat Sobrio in een rood gebied ligt op de maps van Google. Ik vind nergens een verwijzing wat dit is, daarom volsta ik even met alleen het plaatsen van mijn foto's voor ik meer informatie over Sobrio plaats. Ik heb inmiddels wat vissen uitgegooid om te zien wat er aan de hand is.
Te snel al weer zijn we terug op de Alp. En moet ik tot overmaat van ramp ook nog gaan koken. Het is zo drukkend warm dat ik daar niet echt zin in heb.
Ik maak dus maar een salade klaar en bak wat worstjes. Moet ook maar weer eens kunnen. Het is niet altijd vakantie. Na het avondeten hebben we een leuke sprinkhaan in de tuin, en ik kan het niet laten hem te fotograferen.
Manga snapt de lol er niet van en gaat liggen kijken hoe ik mijn sprinkhaan achtervolg door onze tuin. Ach ja, hij wordt nog wel groot mijn wolbaaltje.
De zonsopkomst vind ik echt het mooiste. Dus als ik even voor 7 u wakker wordt zit ik meestal direct in de tuin om te kijken hoe de zon over de berg gaat komen. Het is elke dag dat het niet regent een geschenk om naar te kijken.
En natuurlijk om plannen te maken voor de dag. Maar mijn plannen komen meestal op plaats 2, 3 of 4. Voelt niet echt lekker dat niemand ook maar zin heeft dit prachtige verschijnsel samen mee te maken terwijl we heerlijk buiten kunnen ontbijten.
Tussen 7 uur in de ochtend en 8 uur speelt zich een waar schouwspel af. Eerst is er al daglicht, maar de zon komt nog niet over de berg. Dan komen de eerste indirecte stralen tot uiteindelijk de zon hoog aan de hemel staat en we in het zonnetje op onze Alp zitten.
Vandaag lijkt het erop dat we eindelijk eens op tijd weg komen en dus maak ik gauw wat lekkers klaar voor onderweg en vul onze waterflessen. En ja, rond half elf zijn we dan echt op weg gegaan. Ik kan het nauwelijks geloven.
Het beloofd een erg warme dag te worden dus het is goed dat we op tijd weg zijn gegaan. De zon geeft alles mooie heldere kleuren en dat is een genot op zich. We rijden over de kantonale weg via Faido naar Airolo.
In Airolo komen zowel de Nufenenpass als de Gotthardpass samen. Er is een mooie passentocht mogelijk door via Nufenen, Furka en Gotthard rond te rijden. Een tocht die ik in mijn jeugd vaak heb gemaakt.
Voor acht jaar terug hebben we de tocht ook al eens gemaakt, maar toen waren de kinderen nog zo klein dat ze daar weinig van weten.
In Airolo gaan we direct de Nufenen pasweg op. Er zijn geen belemmeringen en alles staat op groen, ook voor de andere passen. Dat is altijd wel fijn om te weten. Vanaf Airolo draaien we het Valle Bedretto in en zien dan rechts van ons de kolosale nieuwste pasweg van de Gotthardpass.
Ik herinner mij nog de oudste pasweg, die in de jaren zeventig en tachtig heel slecht was en nauwelijks bereidbaar, en de toenmalige nieuwe pasweg. Deze pasweg is voor een groot deel verdwenen. Een deel koppelt nog aan de oudste weg, maar grote delen zijn weggehaald.
De huidige pasweg is kolossaal en ligt als een grote slang over het bergmassief. Tunnels en galerijen wisselen elkaar af met wegdelen die geheel naast de berg op pijlers gelegd zijn. Ik heb deze nieuwe weg slechts een enkele keer gereden want sinds de restauratie van de oudste pasweg geef ik daar echt de voorkeur aan.
Het Valle Bedretto is een regelrechte schoonheid. Ik persoonlijk vind het een van de mooiste dalen in Zwitserland. Samen bijvoorbeeld het ook in Tessin gelegen Valle Muggio of de in Graubünden gelegen Umbrailpass, welke aansluiting geeft op de Passo del Stelvio in Italië.
Het is zonde om zo door te rijden zonder even in de kleine dorpjes te kijken, maar ik weet dat weer stress oproept en daar heb ik nu dus helemaal geen zin in. Ik wil van deze dag genieten!
Dus maak ik gauw een paar foto's vanuit de auto en dan stopt hij zodat ik nog even dit mooie beeld vast kan leggen. Al snel zijn we op weg naar het einde van het Valle Bedretto en begint de echte klim naar de top van de Nufenenpass.
Vlak voor we de pashoogt bereiken slaat het noodlot toe. We merken dat de motor warm wordt en we gaan onmiddellijk aan de kant. Vloeistof, we hopen wel dat het water is, stroomt onder de auto vandaan.
Gelukkig zijn we goed verzekerd en na eerst een telefoontje naar onze verzekering, kan ik op zoek gaan naar een Duitstalige hulpverlener. Ook als dat betekent dat de auto naar Wallis moet voor reparatie omdat hij niet meer te rijden is, mag dat zonder extra kosten.
Dan begint het bellen met de TCS. Het duurt even voor ik een Duits sprekende operator aan de lijn heb en nog langer voor dat hij snapt dat onze verzekering hulp uit Wallis dekt. We zijn namelijk maar 2 km van de kantonale grens verwijdert.
Het kan vanwege het lunchtijdstip tot wel enkele uren duren voor een berger ter plaatse kan komen. Hij moet uit Brig komen en daar ben ik dankbaar voor. Minder dankbaar ben ik als er ondertussen mensen achter ons stoppen en die weigeren om hulp te verlenen. Ach laten we het er maar op houden dat het botte Hollanders waren.
Als de goede man arriveert horen we het vonnis. Ons waterreservoir is gesprongen. Maar hij gaat volop met ducktape aan de gang en na een klein uurtje heeft hij de tank provisorisch gerepareerd. We kunnen er nu rustig mee afdalen en hulp zoeken in Biasca.
Hulp zoeken in Biasca, een prachtig voorstel maar het nummer van de garage aldaar werkt niet meer. Wat nu? Bij het station van Airolo mag je niet parkeren. Maar er staat een politieauto en de agenten zijn bij de auto. Dus zeg ik dat hij achter die auto parkeren moet, en ik negeer zijn gescheld dat je daar niet mag parkeren. Ik spring uit de auto en spreek onmiddellijk de agenten aan. De jonge dame in kwestie roept meteen haar mannelijke collega die meer van auto's weet.
Ik laat het serviceboek zien, en hij ziet meteen dat de meeste garages er niet meer zijn en dat er andere voor in de plaats zijn gekomen. Hij begint te bellen en te bellen. Het is ook in Tessin vakantietijd. En dan, ja toch, hij krijgt contact met een garage in Bellinzona welke hem uitlegd dat we terecht kunnen even buiten Biasca. Hij krijgt het nummer van de betreffende garage en mocht die geen hulp kunnen bieden, dan kunnen we ons tot hem wenden. Hij maakt meteen een afspraak voor ons en we kunnen direct met de auto komen.
Ik houd mijn hart vast want naar Biasca rijden betekent ook dat we weer omhoog terug moeten. Welliswaar geen supersteile klim, maar toch wel een aardige voor onze bus. De goede man spreekt nauwelijks een woord Duits, maar hij is goed geinformeerd. Hij besteld onmiddellijk het onderdeel en deelt gelijk mee dat we net 5 minuten te laat zijn. Nu komen de spullen niet voor de 14de. Maar daar maakt hij dan ook gelijk tijd voor ons.
Maar aangezien wij geen mogelijkheid tot bellen hebben moeten we dus de gok wagen om te kijken of de spullen er zijn en anders moeten we nog een keer terug. Er is echter dan wel iemand die Duits spreekt aanwezig. Dat is een hele opluchting.
De volgende dag moeten er toch boodschappen komen. Ik heb inmiddels een gezin uit Zürich gesproken en hun auto kunnen we lenen. We rijden dus snel op en neer naar Biasca om boodschappen te doen.
Ik kan het niet laten om mijn camera mee te nemen en maak in Bodio wat foto's van de Gotthardtunnel in aanbouw. Daarna snel terug naar de jongens die alleen thuis zijn.
We gaan die middag lekker naar de waterval om af te koelen en bij te komen. Het is er heerlijk weer voor!
Manga gaat zwemles krijgen. Gavin draagt hem het water in en al snel zwemt hij als een waterratje terug naar mij. Wat een knappe vent is het toch.
Volgens afspraak zijn we een uur voor de garage opent aanwezig. De jongens hebben we slapend achter gelaten toen we om kwart over zes vertrokken. We zakken zachtjes af, vullen onze watertanks in Chironico bij de put en beginnen aan onze afdaling naar Biasca en verder.
De jongen die Duits spreekt is er en zegt ons direct de motorkap op te maken zodat hij zo snel mogelijk kan beginnen, voor dus de eerste klanten komen. We helpen mee zo goed we kunnen dat dit zo snel mogelijk gaat maar de leeftijd van onze auto speelt tegen. De hele boel zit muur vast.
Dus opper ik de altijd werkende oplossing voor we de hamer pakken, cola. Ik heb twee volle twee liters flessen in de auto staan en ben bereid ze op te offeren voor het goede doel. Het werkt! Eindelijk laten de moeren los en kan de nieuwe watertank worden ingebouwd.
Koelvloeistof is peperduur hier omdat die tot min 40 moet gaan en hij raadt ons aan op water te rijden. Dat betekent bij een oudere motor wel regelmatig nakijken en bijvullen. Dan in Nederland, water aflaten en afvullen met koelvloeistof. Besparing toch gauw 100 euro. Daar kunnen we tijdens de vakantie leukere dingen mee doen. Hij wijst mij de weg naar Osogna dat een dorp is dat we tegen komen op weg naar de Alp Orsino. Het is absoluut de moeite waard om eens met de kinderen te gaan bezoeken vanwege een prachtige waterval. We besluiten om er even langs te rijden om te zien of het wat is voor ons.
De jongens zijn vandaag niet wakker te krijgen. Dus kruip ik na mijn ontbijt maar met een boek in de tuin. Zoals elke dag dat we zonneschijn hadden is het in de ochtend heerlijk om hier buiten te zitten en te genieten van het opkomen van de zon.
Gelukkig heb ik mijn dikke boek met CSI verhalen bij me. Ik vind het nog veel mooier het boek te lezen dan om naar de serie op TV te kijken. De boeken zijn naar mijn idee veel spannender.
Voor de zekerheid maak ik toch maar een tas klaar met zwemspullen en handdoeken. Het is inderdaad heel erg mooi in Osogno. En ik geloof oprecht dat de jongens daar zouden genieten als we daar heen gaan. Ik weet dat het een stukje rijden is, maar je moet er iets voor over hebben.
Tegen elf uur komen de jongens naar beneden en ik vraag of ze nu nog zin hebben om te gaan zwemmen. Ergens waar je echt kan zwemmen en niet alleen pootjebaden zoals hier bij de watervallen. Het antwoord is ja, maar ze zijn wel erg verkocht aan de waterval. Als ik dan zeg dat er daar ook een waterval is, zijn ze om. We lunchen buiten en gaan daarna richting Osogno.
De geschiedenis van Osogno gaat ver terug. Namelijk in de periode 1210 tot 1258 wordt er gesproken van een plaats Usonia. Osogno wordt voor het eerst in een oorkonde genoemd in het jaar 1299. Het dorpje ligt op de linkeroever van de Ticino rivier en door het plaatsje stroomt de Nala. Er zijn langs de oevers van de Nala Romeinse graven gevonden. Een oude verordening van de gemeente van 1410 bepaalt dat inwoners met meer dan 10 geiten, belasting moesten betalen in de vorm van een "Zehnten". Verder is noemenswaardig dat de gemeente op 3 augustus 1448 melding maakt van een bekendmaking van de standplaats van een zaagwerk. De deelnemers in het zaagwerk zijn slechts met hun voornamen bekend, Joseph van Cornon en Jacob von Roncasc.
Osogno was de hoofdplaats in de "Vogtei", het baljuwschap, van 1573 tot 1798. Het is sinds 1803 de hoofdplaats in het district Riviera. De landvoogden vertegenwoordigden de macht van de 3 soevereine kantons, kanton Uri, kanton Schwyz en kanton Unterwalden. Ook spraken zij recht. De excecuties vonden plaats in de wijk "Giustizia" tussen Biasca en Osogno. De bevolking in Osogno leefde lange tijd voornamelijk van de landbouw. Op warme hellingen werd aan wijnbouw gedaan. Kastanjes waren voor de bevolking een belangrijk deel van hun voedsel in met name de wintermaanden.
In het dal Osogna waren vele wilde dieren. De laatste beer werd er in 1837 gedood door Francesco Antonio Mattei. Tussen 1808 en 1837 werden in totaal 15 beren afgeschoten. De jagers konden rekenen op een beloning van het kanton in de vorm van 50 "Pfund von Mailand" voor elke gedode beer. De jager diende als bewijs de rechter poot van het dier mee te brengen.
Osogno was ook van belang op de Gotthardroute. Er waren herbergen waar de reizigers en hun paarden konden uitrusten, eten en slapen. De rivier de Ticino trad redelijk vaak buiten zijn oevers en overstroomde velden en weiden. Ook nu nog komen overstromingen van de Ticino voor, ook al zijn is er een dam aangelegd.
Verder is noemenswaardig dat er ondanks de grote leegloop van dorpen in de bergen in Osogno juist het omgekeerde gebeurd. Hier neemt het aantal inwoners juist gestaag toe.
De oorzaak van de toename van de bevolking is te vinden in de graniet winning. Deze heeft met de opening van de Gotthardbahn. De Gotthardbahngesellschaft (GB) werd op 6 december 1871 opgericht. Meer hierover op mijn pagina over de Gotthardpas. Ca 1500 mannen werkten in 1899 bij de granietafgraving van Osogno. De winning van graniet was de grootste industrie in die tijd in Tessin. Deze industrie was echter zeer afhankelijk van de intensiviteit van de bouwsector. Nog geen 10 jaar later, in 1908, was de productie met ongeveer 50 % afgenomen!
De concurrentie van staalbeton was bikkelhard. De arbeiders kwamen vaak uit Italië. De metselaars leden vaak onder silicose. Stakingen voor betere arbeidsomstandigheden en betere lonen waren dan ook vaak aanwezig. De laatste granietmijn werd in de zestigerjaren van de vorige eeuw gesloten. Tegenwoordig is er alleen nog maar een granietmijn in Cresciano in gebruik.
De aanleg van de Gotthardbahn was een nieuwe mogelijkheid voor de inwoners om werk te krijgen. Nu in de bouw van de spoorlijn, en later in de werkplaatsen in Biasca en Bellinzona. Of om werk te vinden op de stations.
Na de eerste wereldoorlog werd Osogno om nog iets anders bekent. De school van Osogno werd in heel Zwitserland bekend doordat de lerares mevrouw Giovannina Mattei-Alberti een van de eersten was die hier met de Montessori-methode werkte. Wel moet ook gezeg worden dat er veel inwoners in de twintigste eeuw emigreerden naar de VS en latijns Amerika, vooral aan het begin van WO II.
De kinderen zijn door het dolle heen. Ook al zijn ze niet erg gesteld op vele mensen. Ze gaan door het lint van enthousiasme als ze de waterval en het basin zien. Kleren zijn sneller uit dan ik ooit gezien heb. Ik raap het spoor van kleren op en doe het in de tas die ik meegenomen heb en waarin ook de handdoeken zitten. Al denk ik niet dat die nodig zijn. Het is zo warm dat ze al droog zijn voor ze weer hun kleren aan trekken.
Hun vader is echter een ander verhaal en hij wil absoluut niet ergens lekker in de schaduw met mij gaan zitten om te genieten. Hij is meer geirriteerd door de mensen als de kinderen. Ik hoop maar dat we niet binnen een uur weer weg zijn. IJdele hoop.
Het duurt inderdaad nog geen uur voor hij de jongens al weer toeroept dat we weg gaan. Inwendig ben ik kwaad, maar ik probeer het te negeren. Echt idioot. We rijden 30 km om hier te komen, en dat is drie kwartier rijden, en dan ga je na nog geen uur al klagen dat je terug wilt. Ik helaas niets anders doen dan de kinderen overtuigen dat we echt weg moeten, waarom? God mag het weten.
De katholieke kerk SS Felino e Gratiniano van Osogna vindt zijn oorsprong in de 13de eeuw. Pas later zou de kerk in barokstijl worden verbouwd. Van de oorspronkelijke bouw zijn delen van de fundering en de toren overgebleven. De zijbeuk is met stenen uit Castione en met rustieke skulpturen ingericht.
Het schip van de kerk is voorzien van een tonnen gewelf en heeft een veelkantige koor met prachtig stucwerk uit de 19de eeuw. Ze tonen de bezoeker beelden van engelen, evangelisten, de beschermheiligen, de heilige Ambrosius en Karl Borrmäus, de Kalvarienberg en vensters in de vorm van acanthusbladeren.
De fresco's in de triompfboog van de aankondiging van de beschermheiligen zijn gemaakt door Bartoloeo Ru sca in 1719. De beide sculpturen van de beschermheiligen naast het altaar stammen uit de 18de eeuw. Terwijl in de Mariakapel scenes van "Via Crusis" zijn geplaatst, opnieuw omlijst door prachtig stucwerk uit de 18de eeuw.
De gestucte figuren rondom de altaarnis zijn pas later aan de kerk toegevoegd. De kerk werd in de vorige eeuw tussen 1981 en 1985 volledig gerestaureerd.
Op de helling boven Osogno bevindt zich in de nabijheid van het riviertje de Nala een mariakapel. De Santa Maria del Castello. Deze werd in de 16de eeuw gesticht en gebouwd op de ruines van een middeleeuwse burcht. Vandaar ook de toevoeging in de naam van het woord Castello, wat kasteel of burcht betekent.
Het altaar in de kapel is een werstuk van Ivo Strigel uit Memmingen en werd in 1494 gemaakt. Het laat op het middenstuk de heiligen Georg en Marcus zien en op de binnenzijdes worden Jacob en Wolfgang getoond. Tot slot aan de buitenkant vindt u Christoforus en Anna Metterza.
De kapel onderging in 1972 een volledige restauratie en renovering en maakt haar nu weer tot een van de mooiste mariakapellen die ik ooit gezien heb. De ligging is ook ideaal met het prachtige uitzicht over Osogno en het dal van de Ticino.
Een dag rust. Nu ja, om eerlijker te zijn, ik heb het helemaal gehad. Ik vraag me hoe langer hoe meer af waarom we eigenlijk op vakantie gaan als we niets mogen ondernemen. Het lijkt wel of mijn man vastgelijmd zit aan het huisje. En hoewel hij graag autorijdt, lijkt ook dat nu wel iets dat hem niet interesseerd.
Gisteren heb ik het me dus gemakkelijk gemaakt bij de waterval met een boek. De jongens zijn komen spelen en ik heb daar van genoten. Ze hebben uren in en om het water gespeeld tot ik ze er haast weg moest slepen omdat het laat werd.
Of dat geholpen heeft weet ik niet, maar in ieder geval komt die avond het voorstel om vandaag de geplande passentocht te gaan rijden die zo jammerlijk mislukte door de autopech. Ik maak een grote picknickmand klaar zodat we niet afhankelijk zijn van stalletjes langs de weg. Natuurlijk hoop ik wel dat we her en der een terrasje kunnen pikken.
Vroeg vertrekken heb ik uit mijn hoofd gezet, maar rond half elf zijn we op weg naar Airolo. De jongens hebben er kennelijk ook zin in.
Alleen de Umbrailpass is met haar 2501 m nog hoger, maar dat is geen echte pashoogte, meer een overgang over een kam naar de Stelviopasweg in Italië welke met haar 2757 m volgens mij de hoogste alpenpas in Europa is welke met een auto gereden kan worden.
Met haar 2478 m is de Nufenenpass toch wel ene van formaat. En op de top heeft men de prachtige vergezichten waar ik zo verliefd op ben. Zicht op de Walliser en Berner Alpen. De prachtige Griespass en Griesgletscher. Het Valle Bedretto is niet meer zichtbaar, maar dat hebben we nog in onze gedachten.
Ook hier vanaf de pasweg zijn zoveel wandelingen te maken. Kort en lang. Hoog en laag. Vooral de wandeling naar Airolo is meer dan de moeite waard, al is het al heel wat jaren geleden dat ik die gelopen heb. De laatste keer dat ik vanaf de Nufenenpass naar Airolo ben gelopen was in 1983.
Na een kort bezoek boven op de pass, gaan we weer afdalen. Nu zijn we in het Kanton Wallis en na een laatste smachtende blik op de Griesgletscher en de Aletschgletscher gaan we naar het Goms. Deze tocht heb ik al zo vaak gemaakt en hij blijft altijd mooi.
We stoppen halverwege nog een keer voor de hond en dat geeft ook wat tijd om nog wat extra foto's te maken. Want dat is toch waar ik het uiteindelijk weer lang mee moet doen. Geen idee wanneer we weer een reis gaan maken en na alles stress van deze vakantie hoop ik toch echt op wat veranderingen.
Er zijn wat wolkjes aan de lucht, maar deze zullen geen gevaar opleveren voor ons. Als Manga er weer klar voor is dan voortzetten we naar Ulrichen. Daar komen we op de weg Brig . Oberwald uit. Wij zullen dan rechtsafslaan richting Grimsel- en Furkapass. Maar voor we moeten kiezen tussen beiden komen we eerst in Oberwald alwaar de Furka-Basis-Tunnel is aangelegd. Deze maakte het mogellijk dat de Glacier-Express het hele jaar door kan rijden. En autoverlaad naar Re-alp natuurlijk.
In Ulrichen is alles rustig en dus besluiten we door te gaan naar Oberwald en vandaar klimmen we dan omhoog tot Gletsch. Tijdens onze reis is het station in Oberwald nog niet klaar voor de Dampfbahn Furka Bergstrecke. Er wordt nog hard gewerkt om het spoor tussen Oberwald en Gletsch klaar te krijgen zodat de stoomtreinen van de DFB aan twee kanten aansluiten op de sporen van de Matterhorn Gotthardbahn (MGB).
De MGB is weer voortgekomen uit de twee oude smalspoormaatschappijen Brig Visp Zermattbahn ofwel BVZ en de Furka Oberalpbahn ofwel de FO-Bahn. Op 1 januari 2003 fuseerden de twee bedrijven tot de MGB en voeren nu als 1 maatschappij samen met de RhätischeBahn (RHB) de Glacier-Express uit. Deze langzaamste sneltrein ter wereld heeft echter geen zicht meer op de fantastische gletscher die de lijn haar naam gaf, de Rhonegletscher. Nu maakt de Glacier-Express gebruik van de Furka-Basis-Tunnel.
Voor wie dus de echte belevenis wil meemaken moet in Oberwald uitstappen en aldaar overstappen op de stoomtrein van de DFB. Deze brengt u dan over de Furkapass naar Re-alp alwaar u weer in de moderne trein verder kan naar St. Moritz. Dat is echter nog niet mogelijk in 2009.
Rijdend met het spoor op naar Gletsch zien we wel dat er hard gewerkt wordt aan de sporen en eenmaal aangekomen in Gletsch staat daar ook de stoomtrein naar Re-alp klaar op het station.
Langs het station omhoog loopt de Grimselpassweg in grote serpentinen omhoog naar haar pashoogte. Wij zullen echter straks terug rijden en de Furkapasweg gaan volgen.
Eerst gaan we op zoek naar wat te drinken. Ik schrik van de Rhonegletscher. Waar is die? Er is helemaal geen gletschertong meer zichtbaar vanuit Gletsch. Over de jonge Rhone fotografeer ik de Furkapassweg. Hopelijk krijgen we straks nog zicht op de Rhonegletscher. Maar ook dat zit er niet meer in.
Anno 2017 is het ijs inmiddels zo ver terug getrokken dat er bovenaan de rotsrand een heel meer is ontstaan. De ijsgrot kan nog steeds elk jaar aangelegd worden. Dat is tenminste iets.
Met haar 2436 m is de Furkapass maar een paar meter lager dan de Nufenenpass welke we zojuist als eerste hebben gereden. Toch hebben beide passen een heel ander karakter. Al is het maar om het fantastische begin van de jonge Rhone op de Furkapass. Op de pashoogte van de Furkapass ligt net als op de Nufenenpas een grens tussen twee kantons. Hier ligt de grens tussen de kantons Wallis en Uri.
Ik kan me de tijd nog herinneren dat we met de caravan over de Furkapas reden en dat ook vrachtwagens de pas dagelijks passeerden. Een heel verschil met nu. Er mogen nu geen caravans meer over de Furkapass. Er zijn slechts 3 passen gesloten voor caravans, te weten de Klausenpass, de Furkapass en de Umbrailpas. Verder zijn de Grimselpass en de albulapass af te raden voor auto's met caravans.
Nu gaan we aan de afdaling beginnen en passeren we snel Tiefenbach alwaar de trein ons weer vergezeld naar Realp. Helaas is aan deze kant weinig zicht op de spoorlijn. Wel zijn er veel wandelingen die zicht op de spoorlijn van de DFB hebben.
Als helemaal beneden zijn vanaf de Furkapass rijden we Andermatt binnen. We stoppen voor wat foto's te maken voor we doorgaan over de Gotthardpass weer terug naar Airolo. Hoewel ik graag even was gaan zitten ergens wil mijn man gelijk door. Dan maar te voet wat foto's maken en dan diep ademhalen en weer verder.
Eigenlijk is het hier veel te mooi en gezellig om na een paar minuten door te rijden. Maar ja, het is niet anders. Andermatt is het punt waar diverse passen samen komen. Zo beginnen, hier 3 passen, te weten de Furkapass, de Gotthardpass en de Oberalppass, en kan men afdalen door de Göschenenschlucht naar Göschenen. Daarbij de mooie Teufelsbrücke passerende.
Wij gaan dus over de oude weg naar boven, maar voor een deel rijden we de nieuwe weg omdat de oude is weggehaald of niet meer veilig voor autoverkeer.
Het weer blijft meezitten en dus vinden we een paar wolkjes niet erg.
Mijn man wil geen tijd maken om ook op de Gotthardpass wat rond te kijken en dus rijden we gelijk door om aan de Tessinerzijde af te dalen over de hele oude weg. Vele motoren zijn op deze weg, maar het gaat prima.
Veel te snel naar mijn zin komen we in Airolo alwaar we direct doorrijden naar Faido om zo via Lavorgo en Chironico weer thuis te komen.
Het is al laat maar toch moet ik nog gaan koken. Ik gooi de jongens naar buiten maak een gemakkelike maaltijd klaar. Daarna kunnen we nog lekker in de tuin eten.
Het kan flink afkoelen aan deze zijde, maar ik moet zeggen dat het vandaag een genot is om in de koelte nog wat te drinken voor we ons klaar maken voor de nacht.
De dagen die komen zijn enigszins gestresst. Ik heb geen zin overal om te vragen en dus laat ik het maar. Maar uiteindelijk wil ik nog een keer naar Bodio om te kijken bij het informatiecentrum van de Gotthardbahn. Als ik me er al bij neer heb gelegd dat het er niet meer van komt, stelt mijn man dan toch nog voor om dat zonder kinderen te gaan doen. Jippie!
Ik maak van de gelegenheid gebruik om ook nog wat foto's te maken in Giornico. En daarna naar het infocentro. Hoewel buiten alles Italiaanstalig is, is binnen alles in 3 talen. Helaas gaat mijn man niet mee naar binnen en dat voelt toch wel weer raar. Dit doe je toch samen? Niet dus.
Ik geniet van de schaalmodellen en informatie over de Gotthardspoorlijn en tunnels. Veel te snel voel ik me gedwongen om terug te gaan naar de auto. Voelt echt rot te weten dat iemand gewoon in de auto op je gaat zitten wachten alsof je een vreemde bent.
Hoewel ik van mijn vakantie probeer te genietn merk ik wel dat dat dit jaar erg moeilijk is. Ook al vanwege mijn dubbele longontsteking. De Zwitserse medicijnen helpen wel heel goed, maar het voelt niet prettig elke hoestbui, en dat zijn er vele, een toilet op te moeten zoeken om mijn verbanden te wisselen.
De volgende keer beter maar.
Voor de tweede keer zien we de helecopter van heel dichtbij. Dan toch nog maar en paar foto's eraan wagen. Want morgen gaan we op huis aan. Dus vandaag is het poetsen en schoonmaken, dus dit is wel even leuk om tussendoor te doen.
De jongens zijn helemaal wild om hem nog een keer te kunnen zien en ik eigenlijk ook wel. Het komt niet zo vaak voor dat je dit soort helicopters van zo dichtbij ziet. 2 Jaar geleden zagen we aan de overzijde helicopters bomen transporteren die waren gekapt, maar dan moest toch een verrekijker nemen om echt goed wat te zien.
Ik heb een beetje dubbele gevoelens over deze reis. Ik ben blij dat ik een poosje hier ben geweest, maar ik vind het jammer dat er helemaal niet gebeurd als ik niet alles bij elkaar schreeuw en dat frustreert me toch wel.
Als we naar huis vertrekken leggen we de sleutel op de afgesproken plaats en daarna begint de lange rit naar huis. Toch wil ik in Grumo nog even wat foto's maken, want daar is me nooit de tijd voor gegeven.
Het is normaal maar een halfuurtje lopen, maar op krukken gaat hem dat toch niet worden. Helaas pindakaas.
Tot een volgende keer maar zullen we maar zeggen. Geen idee of dat er van komt, maar we zien wel. Op dit moment ben ik ook blij dat we naar huis gaan. De spanning is om te snijden.
We worden uitgeleide gedaan door adelaars. Geweldig!