Dit jaar hebben we besloten om weer naar Zwitserland te gaan. We besluiten niet met de caravan te gaan, maar een weekje een huisje te huren. De keuze is gevallen op de Bettmeralp onder aan de Aletschgletscher. Als klein meisje heb ik vele tochten gemaakt tot aan deze majestueuze gletsjer. Bettmeralp was en is bereikbaar met gondels, maar in de jaren 70 liepen we altijd vanuit Betten naar de Bettmeralp. Dit zijn prachtige wandelingen die ook voor de minder geoefende wandelaar te doen zijn. Voorop gesteld dat uw conditie in orde is en u over de juiste uitrusting beschikt.
Ook zullen we een bezoek brengen aan Club 1889 in Samedan. Dit omdat ik een kalender heb gemaakt die moet meehelpen aan de redding van mijn geliefde locomotief de BB 182. We zijn uitgenodigd om hem persoonlijk te overhandigen aan de voorzitter van Club 1889. Daarom zullen we daar als eerste een bezoek gaan brengen alvorens we door gaan naar ons huisje op de Bettmeralp.
Als we vertrekken is de weersverwachting goed. Er zijn nog wat wolken en buien die moeten wegtrekken, maar dat weerhoudt ons niet. We rijden het eerste deel in de nacht en de kinderen slapen rustig in hun kinderstoeltjes op de achterbank. Het is erg druk op de wegen en we horen al snel dat de weersvoorspelling voor Zwitserland heel wat minder goed is. We nemen ruimschoots de tijd om te rusten onderweg en zullen wel zien waar het schip strand.
Het verhaal loopt door over meerdere pagina's
We besluiten om op donderdagavond niet te vroeg te vertrekken. Tegen 20.00 u staat de auto klaar en kunnen we vertrekken. We wachten nog een uurtje en gaan dan aan de lange ruk naar de Zwitserse grens beginnen. We rijden via de A61 naar Karlsruhe en dan via Stuttgart richting Singen. We verlaten de autobaan vlak bij Blumberg. Vandaar rijden we over een secundaire weg naar Zwitserland. In Zwitserland gebruiken we alleen de locale wegen. Daarvoor is geen autobaanvignet nodig op de autoruit.
Bij het tankstation in Merishausen even de auto volgetankt. Hier kun je dag en nacht tanken op voorwaarde dat je Zwitserse bankbiljetten bij je hebt. Daarna zoeken we een plekje waar we nog een paar uur kunnen rusten tot het lekker licht gaat worden.
LET OP: Deze route is ongeschikt voor auto's met aanhangers
Hieronder kunt u de door ons gebruikte routes downloaden als .PDF. Op de pagina brochures en routes vind u een alternatieve route die wel geschikt is voor aanhangers. Voor het lezen van een
PDF-file heeft u acrobat reader nodig wat u eenvoudig kunt downloaden op het internet.
Als de zon op begint te komen rijden we door richting Schaffhausen. De Rheinfall bewonderen we in het eerste ochtendlicht. De weerberichten op de radio klinken ons goed in de oren. Nog een enkele bui en daarna zou het moeten opklaren. Daar hopen we dan dus maar op.
Het weer ziet er nu nog dreigend uit. Maar wij laten ons niet uit het veld slaan. Wij nemen onze geplande route via de Klaussenpass. Bij Zieglerbrücke gaat het behoorlijke regenen. Ruitenwissers draaien overuren en het lijkt wel of er geen einde aan komt. Voorlopig lijkt het erop dat de alpen zuidzijde beter weer heeft. We duimen.
We gaan ervan uit dat wanneer we de eerste bergen zijn gepasseerd dat het weer wel zal op klaren. Maar we hebben er niet alle vertrouwen in. De klim van de Klaussenpass doen we in de stromende regen. Regenwater stroomt over de oude delen van de pas en maakt de tocht niet gemakkelijker. Her en der is de pasweg behoorlijk glad door al het water.
Dan is er leven op de achterbank. Papa, mama, kijk, wordt er geroepen. Sneeuw in de zomer. De kinderen zijn helemaal in de ban van de paar kleine plakjes witte sneeuw naast de weg. Gavin moet en zal even naar buiten om te kijken hoe koud het is. Maar in de dichte mist is het niet fijn om buiten te zijn. Hij komt snel terug naar de auto zodra hij aan de sneeuw gevoeld heeft.
Het is dus zo koud dat hij snel weer met papa terug naar de auto komt gerend. Het is nu buiten niet meer dan 2 graden boven nul. Later op de dag zal het nog wel wat warmer worden, maar om half acht in de ochtend is het nog verschrikkelijk koud. Het restaurant op de pashoogte is nog niet open dus rijden we voorzichtig door. Inmiddels hangt er een dichte mist boven de pasweg.
We schrikken even als een flinke laag modder over de weg voor ons wordt uitgeschud. Gelukkig kunnen we de plaats veilig passeren. Daarna bellen we onmiddellijk de TCS om door te geven dat er modder op de weg ligt. De pas hoeft niet afgesloten te worden, maar er is daarna wel een melding dat men even rekening moet houden met schoonmaakwerkzaamheden. De schrik zit er desondanks goed in.
De smalle pasweg geeft mooie doorkijkjes die in het zonnetje nog mooier geweest zouden zijn. Helaas is dat zonnetje nog steeds niet te vinden aan de horizon. Hoewel men stug vol blijft houden dat het weer later op de dag zal opknappen merken wij er niet veel van.
Via Erstfeld gaan we door de Schöllenenschlucht naar Andermatt. De Teufelsbrücke ligt er geheimzinnig bij in de regen. Nu krijgen we bij de verkeersinformatie te horen dat de Fluelapas wordt afgesloten voor alle verkeer in verband met de enorme sneeuwval op de pashoogte.
Na Andermatt beklimmen wij de Oberalppas en dan komen ook de eerste treinen in zicht. Als eerste bij Station Andermatt.
Het is geen makkelijke klus om de trein op de berghelling te fotograferen. Het lijkt wel of hij gewoon niet op de foto wil. En aangezien ik niet uit de auto wil, laten we het maar even zo. Als we gaan afdalen naar Disentis lijkt het wolkendek zich een beetje te breken.
Eindelijk hebben we een trein binnen bereik. Het lijkt wel op de Glacier Express, maar door de regen is het moeilijk met zekerheid te zeggen. Toch lukt het me om een foto vanuit de rijdende auto te maken. Druppels op de voorruit, maar dat mag de pret niet drukken.
Na Disentis zoeken we een plaatsje waar we weer even flink kunnen uitrusten. Het grootste deel van de rit zit er nu op. Straks alleen nog de Albulapasweg en dan zijn we al in het Val Bever waar Samedan ligt.
We vinden een bordje waarop staat station en gaan er vanuit dat dit stationnetje dus ook een parkeerplaats heeft. En ja hoor. Terwijl papa even slaapt verken ik met de kinderen het stationnetje. Er komt hier veel treinverkeer langs en dus kunnen we daar ook volop van genieten.
Van de geplande draaischijf die hier zal worden aangelegd is nog geen activiteit te zien. Waarschijnlijk is het daarvoor nog te vroeg. Niet te vroeg is het voor de Glacier Express. De eerste trein die langs komt bestaat uit de klassieke combinatie van een RhB-loc, rijtuigen van de RhB, de BVZ en de FO-Bahn.
Onze oudste zoon is helemaal gecharmeerd van de grote plas voor het stationsgebouw en ik ben blij dat ik precies weet waar alles in de auto zich bevindt. Als ik Glenn verschoon hoor ik een grote plons en ligt Gavin languit in de plas. In de warmte van het stationsgebouw verschoon ik ook zijn kleren en ik heb ook nog een vuilniszak bij de hand voor de natte modderige kleren van Gavin. Daarna is hij iets voorzichtiger en staat hij meest op de uitkijk voor nieuwe treinen.
Het is een druk komen en gaan van treinen zo vlakbij station Disentis. We rusten een hele tijd en we blijven hopen op beter weer. Maar ondanks de voorspellingen dat het beter zou moeten worden pakken de wolken zich meer en meer samen. Ik besluit dat we niet langer kunnen wachten en dat we zo snel mogelijk over de Albulapasweg moeten, voor deze ook wordt afgesloten in verband met sneeuwval. Een groot aantal passen ging al dicht vanwege de plotselinge sneeuwval. Waaronder de Fluelapasweg, ons alternatief, maar daar kunnen we ook met de auto op de trein door de Vereinatunnel. Maar ik wil graag over de berg.
Als RhB-loc 652 haar weg vervolgd naar Disentis zijn wij ook klaar voor vertrek. Hoewel het nog vroeg is waag ik niet langer te blijven rusten. Het weer verslechterd nu met elk half uur dat er nieuwberichten op de radio zijn. We verlaten het station in de tegenovergestelde richting van die van de trein, wij gaan richting Davos om zo te proberen of we toch nog over de Albulapasweg kunnen rijden.
Als we de Albulapas gaan beklimmen wordt er ook daar voor sneeuwval gewaarschuwd. Het duidelijk dat dat geen overbodige waarschuwing is. De regen die de hele dag ons al kwelt gaat hier alras over tot natte sneeuw, gezien de hoogte van de Albulapasweg moeten we er rekening mee houden dat de top van de weg ook in de sneeuw gehuld kan worden. We hopen dat echter voor te zijn want afdalen naar Bever over een besneeuwde weg is niet bepaald een van mijn favorieten.
Hieronder een impressie van hoe de pasweg er uit zag tijdens onze tocht.
Gelukkig gaat de natte sneeuw weer over naar zachte regenval als we gaan afdalen naar Bever. Even bedenken we dat hier de Tour de Suisse een paar weken geleden langs kwam en dat de renners met hoge snelheden afdaalden naar Bever. Snelheden van over de 90 km/h zijn nu helemaal ondenkbaar met het natte wegdek. Zelfs met droog warm weer lijkt die prestatie gekkenwerk. De pas is aan de alpen zuidzijde erg steil en voorzien van vele krappe haarspeldbochten.
We zijn nog veel te vroeg voor mijn afspraak met Club 1889, maar ik ben blij dat we nu aan de Alpen Zuidzijde staan en niet meer over de pas hoeven. Een half uur nadat wij over de Albulapasweg zijn gekomen werd hij toch nog afgesloten voor verkeer in verband met de sneeuwval, we hebben geluk gehad.
Uit het dichte wolkendek vallen zo nu en dan nog wat druppels, maar aan de gestage regen die we aan de andere kant van de bergen hebben gehad is een einde gekomen. We blijven op het station en kijken naar de mooie rode treinen van de RhB. Sommige locomotieven zijn van reclame voorzien. Tegen een uur of vijf gaan we naar het restaurant in de stationsrestauratie en daar eten we een lekkere warme maaltijd.
De zenuwen beginnen me nu toch wel op te spelen. Straks ga ik mijn eigen gemaakte kalender over de BB 182 locomotief overhandigen aan de Club 1889. Te samen met het geld dat ik voor de restauratie van de locomotief heb ingezameld.
Eindelijk tijd om Club 1889 te treffen. Hieronder een fotoimpressie, het verslag is te lezen op de speciale pagina voor Club 1889.
Het was een spannend bezoek aan de werkplaats van Club 1889, maar daarover meer op de aparte pagina onder het kopje treinen. Na afloop kregen we hulp bij het zoeken naar een overnachtingsmogelijkheid, met het slechte weer was een nachtelijke tocht over Italië niet aan te bevelen. Het duurde niet lang voor we een grote familiekamer in het Hotel Adler in Zernez konden krijgen.
We worden vriendelijk ontvangen en krijgen alle hulp en zelfs twee kinderbedden op onze kamer. Helaas wil Gavin niet slapen en daarom nemen we hem bij ons in bed. Dat gaat beter en hij slaapt al snel als een roosje. De volgende ochtend is er niets meer te merken van het slechte weer van de dag er voor. Het is als sneeuw voor de zon verdwenen. We besluiten om toch over de Fluelapasweg te rijden en dus over de Zwitserse kant naar de Bettmeralp te rijden. Dit omdat we hopen dat we op deze manier kunnen zien hoeveel sneeuw er op de Fluelapasweg is gevallen.
Aangezien ik de enige ben die wil ontbijten mag ik lunchpakketjes maken voor onderweg. Als alles in de auto is geladen dan is het tijd om aan onze reis naar de Bettmeralp te beginnen. Het beloofd een warme dag te worden, maar het is nog een beetje kil van de regen van de dag ervoor.
Ik ga nog even naar de winkel, maar kan niet alles krijgen wat ik hebben wil, dus ondanks mijn wens hier alles te halen zullen we nog een stop moeten maken in Davos. We willen zoveel mogelijk stoppen om te rusten op plaatsen waar de kinderen kunnen spelen, dus zorg ik ervoor dat ik alles bij de hand heb. Als we de laatste spullen weer ingepakt hebben en de auto volgetankt, gaan we op weg.
We gaan niet rechtstreeks, het is immers vakantie en daar willen we dan ook van genieten.
Met de postbus als gids voor ons beginnen we aan de afdaling naar Davos. Al snel word me duidelijk waarom de motorrijders op de pashoogte niet hadden verwacht in de sneeuw te komen. Na een laatste paar kilometers in de sneeuw, dalen we al snel af in de lente/zomer naar Davos en kunnen we genieten van prachtige vergezichten.
En dan is het ineens gedaan met het slechte weer. De mist is opgetrokken en slechts wat flarden hangen nog tegen de berghellingen aan. De zon heeft de strijd voor het grootste deel al gewonnen. Alleen de sneeuw laag op de hellingen verraad het noodweer van de dag ervoor.
Al snel gaat de temperatuur omhoog. En als we aankomen in Davos staat het kwik daar al op 18 graden. Een gek gevoel als je nog geen uur eerder minus 2 op de thermometer zag staan.
Als we buiten Davos stoppen om te rusten en wat te eten en drinken komt er een bijzondere locomotief voorbij van de RhB. Hij is 50 jaar oud en heeft reeds 5 miljoen kilometer afgelegd over de sporen van de RhB. Een bijzonder cadeautje op weg naar Tiefencastel
Onze volgende stop is Tiefencastel. Om het station heen gelopen kwamen we bij een wel heel gemoedelijk tafereeltje. Een klein rangeerlocje type TM 3/2 en een cementwagon - een zogeheten moorkop - staan te wachten op een zijspoor. Dat het ook hier gisteren winter was blijkt wel als we weer een blik werpen op het station.
Aan de spoorzijde is het station van Tiefencastel een Zwitsers chalet, aan de andere kant heeft het een heel andere uitstraling met haar gepleisterde muren. Het toilet bevindt zich onder de grond en dat is voor mij een hele onderneming, maar uiteindelijk lukt het me om ook weer boven te komen.
Er staan postbussen klaar om in alle richtingen te vertrekken en op de wandelbordjes zien we een klein deel van de vele wandelmogelijkheden die Tiefencastel biedt. Er zijn hier ook veel mogelijkheden om bijvoorbeeld ergens naar toe te wandelen en om dan terug te komen met de trein of de postbus.
Het is nog steeds vroeg op de dag en de temperatuur is al gestegen naar 20 graden. Nu is het echt zomer zoals het gisteren echt winters voelde. Een unieke ervaring om mee te maken op 20 en 21 juli. De sneeuwblazer staat nog op het perron en dat is geen overbodige luxe als je beseft dat hier ook hier gesneeuwd heeft gisteren.
Na Distentis beklimmen we opnieuw de Oberalppas. Meteen verschijnt de eerste trein op de berghelling boven ons. Hij is nog wel ver weg, maar hij is duidelijk herkenbaar. De trein rijdt hier zo een lawinegalerij binnen. Het lijkt of ik vandaag alle geluk van de wereld heb. We zien nu vele treinen passeren over de Oberalppas. De trein is opweg naar de pashoogte van de Oberalppas.
We zien de trein vele keren omdat hij eigenlijk met dezelfde snelheid richting Andermatt rijdt als wij.
FO-Bahn loc 4063 staat nu op station Andermatt. We passeren het station vlak voor we aan de klim naar de Furkapasweg gaan beginnen.
Hoewel geen Glacier Express, is deze trein van de FO-Bahn voorzien van een panoramarijtuig zoals die ook meegaat in de treinsamenstelling van de Glacier Express. Deze trein zal echter bij Realp in de Furkabasistunnel verdwijnen terwijl wij de Furkapasweg gaan beklimmen.
We verlaten Andermatt richting Realp. En werpen een laatste blik op dit mooie dorpje in het kanton Uri. Nog even en dan gaan we aan de lange Furkapasweg beginnen.
Een oude locomotief van de FO-Bahn trekt de trein naar Andermatt. Ik vind het dus helemaal niet erg dat we moeten wachten op de trein, zo kan ik er een mooie foto van maken. Hoewel enkelsporig, is dit traject erg druk bezet met treinen. Het is dan ook de verbinding van Uri met Wallis. Vooral met het Goms. In de winter staan hier vaak lange files voor de autoverlaad in Realp. Wachtentijden van vele uren zijn dan niet ongewoon, vooral als er ook veel vakantieverkeer op de weg is.
In de verte ziet u Andermatt nog net liggen. Op de voorgrond ligt het DFB Station van waar met de stoomtrein naar Gletsch gereist kan worden. De reguliere trein van de FO-Bahn verdwijnt hier in de basistunnel. Jarenlang de langste smalspoortunnel in Zwitserland. Tegenwoordig is dat de Vereinatunnel, van Selfranga, tussen Klosters en Davos, naar Zernez/Sagliains. De tunnel is 19 km lang en daarmee 8 km langer als de Furkabasistunnel van Realp naar Oberwald.
Even nadat de afdaling naar Gletsch is begonnen passeren we het oude Hotel Belvedere, daarna is het nog maar een kort stukje tot de imposante Rhonegletscher. Deze Rhonegletscher was in de jaren 70 nog veel imposanter en op de pagina Wallis leest u er nog veel meer over.
Het zien van de stoomtrein nabij station Mutbach verwarmde werkelijk mijn hart. Het was Gavin die de stoomrein als eerste zag. Hier op deze plaats keken we vaak naar de treinen van de Glacier Express en de gewone regionale treinen. Als aandenken stonden op station Mutbach lang 3 rijtuigen van de oude FO-Bahn. Deze zijn inmiddels hersteld en bij de DFB ingebruik genomen.
De stilte op de pasweg van de ingebruikname van de Furkabasistunnel in 1981 was iets waar ik niet echt aan kon wennen. Ik vond het ook geen enkel probleem op bijvoorbeeld bij de overgang van Mutbach te wachten tot de trein langzaam omhoog kwam naar het station. Het steile tracé maakte soms dat we hier wel 20 min moesten wachten. Maar met dit geweldige uitzicht, kon ons dat niet storen.
Nu begrepen we best dat de mensen ook in de winter van Oberwald naar Realp wilden kunnen reizen, maar aan de andere kant was het verloren gaan van dit mooie traject een zonde. Gelukkig heeft deze stilte niet zo heel lang geduurd en is inmiddels het gehele traject weer in wederopbouw. Tussen Gletsch en Realp kunnen de stoomtreinen weer pendelen. Alleen de verbinding Gletsch -Oberwald is nog niet hersteld.
De stoomtrein naar Realp vertrekt uit Gletsch.
Veel te snel is de trein voorbij. We rijden door naar Niederwald waar we nog even stoppen om wat geld op te nemen. Daarna is het nog maar een klein stukje naar Betten. We moeten in Betten bij het dalstation de auto parkeren en gaan dan met de gondel omhoog naar de Bettmeralp.
We genieten volop van dit laatste deel van onze reis naar ons huisje. Het Goms is prachtig en de dorpjes langs de weg schilderachtig.
De diashow neemt u mee over de Bettmeralp. Het verhaal achter de foto's zal ik hierna vertellen. Deze show is gemaakt voor hen die meer in de beelden als in het reisverhaal zijn geinteresseerd. Vrijwel alle foto's die in de show zijn opgenomen komen hieronder ook voor, plus dat er nog foto's in het verslag gebruikt zullen worden die niet voorkomen in deze show. Ik wens u veel kijkplezier.
Vlak voor Gletsch, een zomervakantiedorp, hebben we een prachtig zicht op de pasweg die we zo meteen gaan rijden. Als het goed is gaat hier over een tijdje ook de stoomtrein weer rijden. Er wrodt door de DFB hard gewerkt aan het doortrekken van de museumspoorweg van Gletsch naar Oberwald. Als ook dit laatste stukje is gerealiseerd dan is het gehele oude traject van de Glacier Express over de Furkapas hersteld.
Als we het hele traject haarspeldbochten hebben afgelegd dan komen we op de pashoogte van de Grimselpas. Het is hier zo druk dat we besluiten om maar even door te rijden voor onze stop om van het moois hier te genieten. We hebben zelf een goed gevulde picknicktas bij ons dus dat komt wel komt.
Eindelijk is ook Glenn zo ver dat hij de eeuwige sneeuw wil ontdekken. Hier liggen nog hele platen sneeuw langs de weg. Voorzichtig zoekt ons manneke zijn weg over het inmiddels niet meer zo maagdelijk witte sneeuwdek. Papa en Gavin zoeken het gelijk wat hoger op.
Daarna gaan we een stuk afdalen en een lekker plek zoeken waar we wat kunnen gaan eten. We kijken nog even uit of we ergens een warm hapje kunnen krijgen, maar er is niet veel aan deze kant van de pasweg te vinden. Dus kopen we bij een kraam wat lekkere gebakjes en eten we de lekkere lunch op die ik in ons huisje klaar had gemaakt voor het geval dat.
We ontvluchten meermaals een parkeerplaats waar ze "stinkende" kaas verkopen, daar vergaat ons de lust om te genieten van het prachtige uitzicht dat we overal hebben. Ik begrijp best dat de locale boeren op deze manier proberen hun inkomsten te vergroten, maar het is aan ons niet besteedt.
Na Innertkirchen nemen we even een kijkje in Meiringen, maar we besluiten al snel dat we de passentocht willen afmaken en dus gaan we dan weer de auto in en beginnen de klim naar de Sustenpashoogte.
We werden door de verhuurders hartelijk ontvangen bij ons huisje. Omdat we op het laatste moment een huisje hadden gehuurd betalen we de huur nu rechtstreeks. We krijgen instructies over het gebruik van de verwarming, maar die hopen we niet nodig te hebben. Daarna kunnen we ons installeren. Terwijl papa en Gavin terug gaan naar de auto om onze spullen op te halen verken ik de boel een beetje met Glenn.
De zon staat nog hoog aan de hemel en het is hier 20 graden. Een beetje fris vergeleken bij de temperatuur in het dal. Gisteren was het hier in de middag nog geen 5 graden en viel er zo nu en dan natte sneeuw.
De Bettmeralp is niet meer de paar huisjes nabij het bergstation zoals ik dat nog van vroeger ken. Het is uitgegroeid tot een echt dorp. Dat is al goed te zien vanaf ons huisje. Het oude kerkje dat vroeger eenzaam op weide stond, staat nu aan de rand van de bebouwing.
Terwijl manlief en de oudste zoon naar de auto terug gaan om de rest van onze spullen op te halen, verken ik de boel een beetje met Glenn. De veranderingen zijn gigantisch. Het kerkje dat in de jaren 80 helemaal alleen op de alp stond, is inmiddels niet meer eenzaam. Rondom staan huisjes in diverse soorten en maten.
De toegang tot ons huisje met de leistenen is niet bepaald gemakkelijk voor mij, maar mij hoor je niet klagen. Het uitzicht is fantastisch en we zitten vlakbij de gondel naar de parkeerplaats. Alles is even netjes afgewerkt, zelfs de kleine chalets waarin het afval gedeponeerd kan worden.
Ik ben al vroeg wakker. Het is buiten al lekker weer dus ik besluit om mijn wandelschoenen aan te doen en voorzichtig naar de bakker te lopen een klein eindje verderop. Ook al is het zondag, de winkels hier zijn gewoon open. Als ik terug kom word ik door papa op de gevoelige plaat gezet.
De kinderen zijn ook snel daarna wakker en dan gaan we eerst ontbijten. Als we alles weer afgeruimd hebben gaan we eens kijken hoe ons vakantieoord er uit ziet. We pakken wat drinken in de rugzak en gaan op verkenning. De bakker had ik al gevonden, de slager ook. Die lagen vlak bij ons huisje.
Ik vind het prachtig dat je ondanks dat het een druk bezochte vakantieplaats is, plaatjes kunt maken waarop het lijkt of er niet zo veel mensen zijn. Ik herinner me nog goed hoe hier in 1977 geen asfaltweggetje was, maar een smal karrenspoor. Overal liepen geiten om je heen te bedelen om brood. Hoewel er wel voor gewaarschuwd wordt ze niet te voeren hebben we nog geen geit gezien hier. Trouwens ook nog geen koeien met bellen.
We wandelen rustig rond en genieten van het ruime uitzicht. We zien helemaal in de verte de Simplon liggen.
We gaan een passentocht maken om dit mooie land te verkennen. De routebeschrijving kunt u hier downloaden.
Nadat we zijn afgedaald met de gondel gaan we met de auto op weg. We rijden door het Goms en genieten van de prachtige dorpjes die hier langs de weg liggen. Pas in de auto besluiten we welke route we nemen. We kiezen voor een rondrit via de Grimselpas, de Sustenpas, de Schöllenenschlucht en de Furkapas.
Vanaf de parkeerplaats kijken we in de richting van de grote stuwmeren die hier in het gebergte zijn aangelegd. Hier wordt heel wat stroom opgewekt door het water dat van de bergen komt meerdere keren te gebruiken voor het opwekken van stroom. Er staan hier diverse waterkrachtcentrales onder elkaar. Het water dat gebruikt is stroomt opnieuw in een lager gelegen stuwmeer waar het opnieuw gebruikt kan worden worden de stroomproductie.
Ook hier is het erg druk bij de pashoogte en dus stoppen we hier niet lang. We gaan op zoek naar een plekje waar we rustig even kunnen genieten van het landschap en van het lekkers uit de picknicktas.
We dalen af in de richting van Wassen. Er zijn langs de weg niet veel mogelijkheden dus kijken we uit naar een weggetje dat ons van de pasweg af brengt. Op de kaart heb ik al een straatje gezien, het is even goed kijken en dan vinden we de ingang naar een klein dorpje.
We hebben voor het plaatstelijke hotel geparkeerd. Papa pakt de spullen en we maken een kleine wandeling naar de weiden even verderop waar we even lekker kunnen gaan genieten. Je kunt vanaf hier ook mooie wandelingen maken.
Op de bergweiden wordt hard gewerkt om het hooi binnen te krijgen. Het lijkt erop dat het is gedaan met het mooie weer. Maar vooralsnog kunnen we genieten van de warmte op de weide terwijl de kinderen spelen.
Als uiteindelijk de witte wolkjes veranderen in dreigende wolken dan pakken we onze spullen in en beginnen terug te wandelen naar de auto. De mannen rennen naar de auto als de eerste druppels vallen. Maar het is nog geen echte harde regenbui dus ik doe het gewoon kalm aan.
Na nog een mooie foto van houtsnijwerk dat bij het hotel lag, gaan we dan toch verder met de afdaling. Maar het zonnetje komt niet terug en de luchten worden steeds dreigender. We luisteren op de radio naar de weersberichten en die voorspellen weinig goeds voor de rest van de dag en de avond.
Intussen maken de ruitenwissers overuren en we zien niet veel meer van het schoons langs de weg. Overal maakt iedereen dat hij thuis en binnen komt. Wij hebben nog een lange rit te gaan. Als we de Schöllenenschlucht bereiken is het weer zo slecht geworden dat we alleen als we inde galerijen rijden, een beetje kunnen genieten van de imposante uitzichten die ook hier te vinden zijn. We bewonderen de trein naar Andermatt en zien heb gestaag met ons mee klimmen naar zijn bestemming.
De Furkapasweg in de stromende regen is geen pretje en ik raadt het iedereen af. De pasweg is her en der heel erg snel glad bij regen en het is nu ook de breedste weg niet. We rijden zo voorzichtig mogelijk terug naar Betten. Even heb ik spijt dat we niet de trein gepakt hebben, maar als we weer in het Goms en we horen dat de wachttijden bij de trein op meer dan 2 uur lagen, zijn we blij dat we doorgereden zijn.
De Bettmeralp ligt geheel in de wolken als we thuis komen. De gondel ziet dat we parkeren bij de gehandicaptenparkeerplaats en is zo vriendelijk om heel langzaam de mensen in te checken, We halen de klaarstaande gondel, mede doordat we al biljetten hebben. Eenmaal boven aan gekomen is het even diep ademhalen. Ik trek zo veel mogelijk kleren uit, het is namelijk nog steeds warm op de alp, en doe de droge kleren in de rugzak. Daarna op een drafje naar ons huisje dat gelukkig niet ver van het bergstation ligt.
De kinderen snel onder de douche en daarna maken we maar zelf warm eten. Ons plan om een restaurant op te zoeken is hiermee in het water gevallen.
Lees verder bij Zomerreis 2001 deel 2